De 'Brief aan de Christenen van Rome' is een geschrift dat behoort tot de canon van het Nieuwe Testament. De brief werd geschreven door de apostel Paulus en bevat een voornaam deel van de Paulijnse theologie over de verlossing en de genade.

Datering en plaats

De Romeinenbrief is waarschijnlijk omstreeks 56 te Korinthe geschreven, toen Paulus op het punt stond zijn werkzaamheid als apostel in Klein-Azië en Griekenland af te sluiten en te bekronen door de opbrengst van een collecte onder de door hem bekeerde christenen over te brengen naar Jeruzalem. Vandaar wilde hij naar Rome gaan, daar enige tijd verblijven en zijn voorgenomen reis naar Spanje voorbereiden. Om zijn komst aan te kondigen, dicteerde hij Tertius deze brief, die hij waarschijnlijk meegaf aan Febe, de diaken van de gemeente te Kenchreeën. Hijzelf zou pas veel later in Rome aankomen, als gevangene.



Genade

De brief aan de Romeinen is echter veel meer dan een gelegenheidsschrijven. Paulus benut de kans om voor de Romeinen 'zijn evangelie' uiteen te zetten. In de eerste drie hoofdstukken levert hij een grondige kritiek op het heidendom en het jodendom; beide onmachtig de mens te bevrijden van de zonde. Het heil komt alleen door Gods genadig handelen in Christus en de daaraan beantwoordende houding van het geloof, waarbij de verkondiging van de goede boodschap het hulpmiddel is. Daarin heeft zich de ware 'gerechtigheid' of heiligheid geopenbaard, die trouwens door het Oude Testament reeds was aangekondigd. De rechtvaardiging door het geloof bevrijdt de mens van alles wat zijn redding in de weg staat: van het goddelijk vonnis, van de macht van de zonde en de wet en zelfs van de dood, het loon van de zonde.

Galatenbrief

Het centrale thema van de brief staat uitgedrukt in de programmatische verzen 1,16-17. Vergelijk ook de Brief aan de Galaten, in welke brief gedeeltelijk dezelfde onderwerpen worden behandeld als in Romeinen.

Messias

De hoofdstukken 9-11 willen een antwoord geven op de vraag: hoe heeft God dit heilsplan in de geschiedenis verwerkelijkt? Voor Paulus komt dit neer op de kwellende vraag: hoe valt de weigering van de meerderheid van het joodse volk om in Jezus de Messias te erkennen, te rijmen met Gods uitverkiezing van Israël? Daarna volgt een schets van het leven in de gemeente, die wel is afgestemd op de toestanden in Rome, maar, zoals steeds bij Paulus, door zijn wijze van behandeling een algemene strekking heeft.

Slot

Het uitgebreide slot van deze brief bestaat uit enkele persoonlijke mededelingen, vele groeten, een waarschuwing en een lofprijzing van God of doxologie.