Prof. dr. mr. C.P.M. Romme (1896-1980). Hét katholieke gezicht in de naoorlogse politiek die in het teken stond van de wederopbouw en de komst van de verzorgingstaat. Machtige fractievoorzitter van de KVP van 1946 tot 1960. Romme bracht de katholieken op het hoogtepunt van de verzuiling in het centrum van de macht en vergrootte daarmee het zelfvertrouwen van zijn achterban. Minister van Staat. Bijnaam: de sfinx van Overveen (daar woonde hij tijdens zijn politieke jaren).

Van Oirschot naar Amsterdam
Carl Paul Maria Romme werd op 12 december 1896 in Oirschot geboren als zoon van een kantonrechter. Twaalf jaar later verhuisde het gezin van Noord-Brabant naar Amsterdam waar vader raadsheer bij het gerechtshof was geworden. Carl doorliep het Ignatiuscollege van de jezuïeten en studeerde daarna rechten in Amsterdam.

Wibaut
Zijn politieke loopbaan begon in 1921 als lid van de Amsterdamse gemeenteraad voor de Roomsch-Katholieke Staatspartij (de voorloper van de Katholieke Volkspartij). In de hoofdstad bewonderde hij de socialistische wethouder Floor Wibaut om diens daadkracht. In tegenstelling tot veel partijgenoten had de latere katholieke voorman geen hekel aan socialisten. Wel bood hij ze stevig weerwerk.

Corporatisme
Romme huldigde bovendien zeer specifieke katholieke opvattingen over hoe de samenleving diende te worden georganiseerd. Zo hing hij het corporatisme aan, een maatschappijsysteem met veel macht voor het staatshoofd en maatschappelijke organisaties, (de standen) en minder voor de verzamelde individuen in het parlement. In die zin is het ironisch te noemen dat deze katholieke en traditioneel ingestelde politicus juist in de parlementaire democratie aan zijn machtsbasis werkte.

Kwartje van Romme
In de vooroorlogse jaren was Romme lid van de Tweede en Eerste Kamer. Hij werd minister van sociale zaken in het vierde kabinet-Colijn. Bekendheid kreeg hij door een spaarregeling voor werklozen die in de volksmond 'het kwartje van Romme' werd genoemd. Een werkloze kreeg een kwartje extra als hij van zijn kleine uitkering een kwartje kon sparen. Zeer patriarchaal van opzet maar meer geld voor steun was er niet. Romme: “Achteraf klinkt het vreselijk, een kwartje, maar toen was dit het enige haalbare.”

Wereldbeeld
Kritiek was er ook omdat de minister alle gehuwde vrouwen van de arbeidsmarkt wilde weren, vooral vanwege de werkloosheid, maar ook omdat het in zijn wereldbeeld paste. De emancipatie van de vrouw was niet aan hem besteed. Overigens werd dit wetsvoorstel verworpen. Onomstreden was de wettelijke verankering van de kinderbijslag die Romme door het parlement loodste.

Bezetting
In de bezettingsjaren was Romme advocaat in Amsterdam. Hij nam niet deel aan het verzet. In mei 1942 interneerden de Duitsers hem een drietal dagen in het gijzelaarskamp in Sint-Michielsgestel. Na de oorlog werd hij beticht van economische collaboratie, vanwege banden met een reclamebureau dat aan de Duitse bezetter werd verkocht. Tot een veroordeling is het nooit gekomen. Overigens is hij altijd een fel tegenstander van het nationaalsocialisme en de NSB geweest.

Rooms-Rood
Na de oorlog brak zijn succesvolste periode aan. Samen met Willem Drees, Wim Schermerhorn en Louis Beel stond hij aan de basis van zes rooms-rode kabinetten: coalities waarin de KVP met de PvdA samenwerkte, van 1945 tot 1958. “De verzoener van het onverzoenlijke” was een bijnaam van hem. Vanuit de Kamer ontging Romme niets, hele kabinetten konden niet om hen heen, hij genoot veel gezag. Zijn politieke invloed werd nog eens vergroot door zijn nevenfunctie als staatkundig hoofdredacteur van het toenmalig katholieke dagblad de Volkskrant. Joop Lücker had de journalistieke leiding, maar Romme schreef de hoofdredactionele commentaren, die uiteraard altijd in de pas liepen van zijn partijpolitieke opvattingen.

De sfinx
Een gezelschapsdier was Romme niet, hij was evenmin geliefd vanwege zijn autoritaire stijl van optreden. In karikaturen werd hij wel eens afgebeeld als een sfinx. Wie en wat hij was verborg hij altijd achter zijn woorden en daden. En hij handelde niet in heldere waarheden. Tegenover journalist Robbert Ammerlaan zei hij: “Ik spreek altijd de waarheid, maar nooit de volle waarheid. Dat heeft niks met integriteit te maken, maar gewoon met het politieke handwerk.”

Raad van State
In 1961 nam Romme om gezondheidsredenen afscheid van de actieve politiek en werd lid van de Raad van State. In 1972 werd hij benoemd tot minister van Staat, naaste adviseur van de Koningin. Op 16 oktober 1980 stierf hij in Leiden op 83-jarige leeftijd nadat hij de laatste jaren een teruggetrokken leven had geleid.