Het verhaal van Salomo wordt verteld in de Bijbelboeken 1 Samuël, 1 Koningen en 1 Kronieken. Veertig jaar lang was hij koning van Israël. Hij bracht het rijk welvaart en vrede. In Jeruzalem liet hij voor JHWH een tempel bouwen. Salomo was vermaard om zijn wijsheid.
Zoon van David
Salomo was de vierde zoon van de Israëlitische koning David. Zijn moeder was Batseba, de vrouw van Uriah de Hethiet. De eerste zoon van David en Batseba werd als straf voor Davids overspel geslagen met een dodelijke ziekte. Toen de pasgeborene gestorven was, ging David naar Batseba om haar te troosten. Daarbij verwekte hij een kind. De koning noemde zijn nieuwe zoon Salomo, waar het woord vrede (sjaloom) in doorklinkt. De profeet Nathan gaf hem de naam Jedidja, die ‘lieveling van JHWH’ betekent.
Uitbreiding rijk
Na de dood van zijn vader werd Salomo tot koning van Israël gezalfd. Hij had over de provincies twaalf stadhouders aangesteld die om beurten eens per maand moesten voorzien in zijn levensonderhoud en dat van zijn hovelingen. Hij breidde het rijk uit tot aan Gaza in het westen en de Eufraat in het oosten. De Israëlieten namen gedurende zijn heerschappij in aantal fors toe.
Tempelbouw
Salomo liet op de berg Moria in Jeruzalem het centrale heiligdom van JHWH bouwen. Deze tempelwas de opvolger van het tabernakel, het mobiele heiligdom waarover de Wet van Mozes spreekt. De bouw duurde vele jaren. Salomo’s vriend koning Chiram van Tyrus leverde het leeuwendeel van het bouwmateriaal en de bouwlieden. Tijdens de inwijdingsplechtigheid werd de Ark van het Verbond in het hart van de tempel gezet, dat daarmee het Heiligste der Heilige werd.
Vrouwen
Salomo had zevenhonderd hoofdvrouwen en driehonderd bijvrouwen. Onder hen waren prinsessen uit Moab, Ammon, Edom, Sidon en zelfs Egypte. De huwelijken die hij aanging waren een manifestatie van zijn strategie om in de regio een machtsevenwicht te bereiken. Het Israël van Salomo kon zich zodoende staande houden naast mogendheden als Egypte en Assyrië. Daardoor heerste er lange tijd vrede.
Wijsheid
De wijsheid van Salomo was zo groot dat mensen van heinde en verre naar hem kwamen luisteren. Zo ook de koningin van Seba. Zijn wijsheid bleek vooral uit zijn rechtsspraak. Salomo werd ook geroemd als dichter van 3000 spreuken en 1005 liederen.
Afgoderij
Hoewel Salomo door JHWH gezegend was, toonde hij grote zwakheid door toe te geven aan de verleiding van zijn heidense vrouwen om ook andere goden te aanbidden. Vanwege deze doodzonde splitste JHWH zijn rijk in tweeën: Juda in het zuiden en Israël in het noorden.
Judaïsme
In de joodse traditie geldt Salomo ondanks zijn latere afgoderij als de voorloper van het messiaanse rijk. Uit zijn wijsheid, vroomheid, kracht en creativiteit bleek dat hij een gezegende van de Allerhoogste was. Als gewijd auteur wordt hem het Hooglied, het boek Spreuken, het boek Prediker en een aantal Psalmen toegeschreven.
Jezus
Jezus noemt Salomo in zijn Bergrede: “En wat maak je je bezorgd over je kleren? Leer van de lelies op het veld hoe ze groeien. Ze werken niet, ze spinnen niet. Maar Ik zeg jullie: zelfs Salomo met al zijn pracht en praal ging niet gekleed als een van hen” (Mt.5,28-30). Verder zegt Jezus tot de mensenmassa (Lc. 11,29-31) dat Hij groter is dan Salomo: “Deze generatie is een generatie die niet deugt. Ze verlangt een teken, maar geen teken zal haar gegeven worden dan het teken van Jona. Zoals Jona voor de inwoners van Nineve een teken is geweest, zo zal de Mensenzoon dat zijn voor deze generatie. De koningin van het zuiden zal bij het oordeel opstaan met de mensen van deze generatie en hen veroordelen. Want zij kwam van het uiteinde van de aarde om Salomo’s wijsheid te horen; maar hier is meer dan Salomo.”
Christelijke traditie
Volgens de eerste christenen was Jezus een nakomeling van Salomo en diens Ammonitische vrouw Naäma. De Kerkvaders beschouwden koning Salomo als een voorafbeelding van Christus.
Islam
Veel van wat in de Koran over Salomo (Soelaiman) wordt gezegd, komt voor een groot deel overeen met zijn verhaal in de Bijbel. Als zoon van David (Dawoed) was hij koning van Israël, door Allah zelf aangesteld. Zijn wijsheid was zo vermaard dat de koningin van Seba daarom naar Jeruzalem kwam (soera 27,20-45). Hij had vele gaven, waaronder het vermogen om de taal der dieren te spreken en om over djinns te heersen. In tegenstelling tot de Bijbel wordt over Salomo gezegd dat hij altijd trouw bleef aan Gods geboden.