Petrus Matthias Snickers (1816-1895) was de derde aartsbisschop van Utrecht na het herstel van de bisschoppelijke hiërarchie in 1853. Hij leidde het aartsbisdom van 1883 tot zijn dood.

Jeugd en opleiding
Petrus Matthias Snickers, eigenlijk gedoopt als Pieter Matthijs, werd op 11 april 1816 in Rotterdam geboren als derde kind en tweede zoon van Johannes Matthias Snickers en Geertruij Marij Thoolen. Hij bezocht enkele jaren het gymnasium te Megen alvorens in 1832 naar het kleinseminarie Hageveld (toen nog bij Velzen) te gaan. Hij studeerde vervolgens aan het grootseminarie van Warmond en werd op 27 maart 1841 priester gewijd door Mgr. Cornelis Baron van Wijckersloot, titulair bisschop van Curium en eerste bisschop van de Hollandse Zending.

Kapelaan
Snickers was vervolgens twee jaar kapelaan in Poeldijk en vervolgens in 1843 zeer korte tijd in Pijnacker. Nog datzelfde jaar werd hij kapelaan in de Amsterdamse kerk van de H. Willibrordus buiten de veste, gelegen aan het Rustenburgerpad in Amstelveen. In 1846 werd hij overgeplaatst naar Haarlem en Overveen waar hij eveneens kapelaan werd.

Nuyens en het katholieke perspectief
In 1848 werd Snickers pastoor van de Westfriese katholieke enclave Lutjebroek. Hier maakte hij kennis met de jonge arts Willem Nuyens die later grote naam zou maken als katholiek geschiedschrijver. Snickers vond dat Nuyens zijn talenten moest inzetten voor de katholieke emancipatie. Snickers' aandringen zou Nuyens aanzetten tot een indrukwekkende reeks publicaties, waarvan de Geschiedenis der Nederlandsche Beroerten in de XVIe eeuw, wellicht het bekendst is. Het geldt in Nederland als het eerste werk waarin de Tachtigjarige Oorlog ('beroerten') vanuit katholiek perspectief wordt beschreven.

Scheveningen
Na vijf jaar Lutjebroek werd pastoor Snickers in 1853 overgeplaatst naar Scheveningen. Scheveningen zag in die dagen het aantal inwoners en dus ook het aantal katholieken sterk groeien. De parochiekerk van Sint Antonius Abt was al spoedig te klein. Onder leiding van Snickers kwam de nieuwbouw van een kerk tot stand, terwijl Snickers bovendien ruim een derde van de bouwkosten uit eigen zak betaalde. De nieuwe kerk werd in 1857 gewijd door de bisschop van Haarlem, mgr. Franciscus van Vree.

Pelgrimage naar het H. Land
In 1859 maakte mgr. Snickers met een tweetal vrienden een pelgrimstocht naar het Heilig Land. Over deze reis schreef hij een ontroerd verslag dat in 1863 in boekvorm verscheen. Ter herinnnering aan deze reis zou later het kruis van Jeruzalem in zijn bisschopswapen prijken, boven de wapenspreuk die Snickers typeerde: Laboris non honoris ('voor het werk, niet voor de eer').

Bij de Haarlemse seminaries
Snickers werd in 1861 benoemd tot regent bij het kleinseminarie Hageveld, dat inmiddels naar Voorhout was verhuisd. Nog datzelfde jaar werd hij benoemd tot kanunnik van het metropolitaan kapittel van Haarlem. Nu kreeg de loopbaan die zou leiden tot de bisschopszetels van Haarlem en later Utrecht, eindelijk de noodzakelijke vaart. Acht jaar later vroeg mgr. Petrus Wilmer, inmiddels bisschop van Haarlem, Snickers president te worden van het diocesaan grootseminarie van Warmond. Hij werd dat jaar bevorderd tot 'kanunnik theologaal'.

Vicaris-generaal en bisschop van Haarlem
In Warmond toonde Snickers zich een krachtige bestuurder. Onder zijn bestuur werd het grote, afzonderlijke bibliotheekgebouw bij het seminarie gebouwd. In 1874 volgde zijn benoeming tot vicaris-generaal van het bisdom Haarlem. In 1877 benoemde paus Pius IX hem tot bisschop van Haarlem, nadat het kapittel hem unaniem had voorgedragen als opvolger van de eerder overleden Wilmers. Hij ontving op 2 september van dat jaar zijn bisschopswijding uit handen van de aartsbisschop van Utrecht, mgr. Andreas Schaepman.

Lidwina
Snickers zou slechts korte tijd in Haarlem blijven. In die korte tijd werd de heroïsche deugd van Lidwina van Schiedam erkend door paus Leo XIII, dezelfde die haar in 1890 officieel onder de heiligen rekende. In Snickers' tijd werd ook de bouw afgerond van de houten kapel bij Den Briel, ter na gedachtenis aan de Martelaren van Gorcum.

Aartsbisschop
In 1883 werd Snickers benoemd tot aartsbisschop-metropoliet van Utrecht als opvolger van Schaepman, die een jaar daarvoor was overleden. Hij zou het bijna twaalf jaar blijven. Snickers overleed op 2 april 1895 in Utrecht, nadat hij sinds half maart van dat jaar bed had moeten houden.