Stefanus is de eerste martelaar van het christendom. In het aan de evangelist Lucas toegeschreven boek Handelingen der Apostelen staat het verhaal van zijn verkiezing tot diaken, zijn wonderdaden, zijn redevoering voor het Sanhedrin en zijn marteldood.
Protodiaken
In de Handelingen van de Apostelen wordt melding gemaakt van twee groepen christelijke Joden in Jeruzalem: de Griekssprekende Hellenisten en de Hebreeuws- of Arameessprekende Hebreeën. De Griekse naam Stefanus (στεφανος = 'krans') doet vermoeden dat hijzelf tot de Hellenisten behoorde. De Hellenisten klaagden op een gegeven moment dat hun weduwen materieel werden achtergesteld. De apostelen besloten daarom zeven mannen te benoemen tot bestuurders van het hulpfonds. Lucas noemt hen diakonoi ('diakenen'), dat 'helpers' betekent. Zij waren mannen van 'goede faam, vol van geest en wijsheid'. Stefanus was een van hen. Het kerkelijke ambt van diaken is afgeleid van deze door de apostelen ingestelde functie. De zeven eerste bekleders daarvan worden ook wel protodiakens genoemd (πρωτο = 'eerste')
Voor het Sanhedrin
'Stefanus, vol van genade en kracht, deed grote wondertekenen onder het volk', zo staat er in hoofdstuk 6 van de Handelingen. Al predikend stuitte hij op groepen van Joden die zijn leer betwistten. Omdat zij niet opgewassen waren tegen zijn wijsheid, beschuldigden zij hem van laster tegen de Tora en tegen God. Daarop werd hij gevangengenomen en voor het Sanhedrin gesleept. Zodoende verscheen hij voor hetzelfde rechtscollege dat Jezus aan Pontius Pilatus had overgeleverd.
Redevoering
Tegenover het Sanhedrin hield Stefanus een straffe redevoering, waarin hij Israëls heilsgeschiedenis de revue laat passeren. Kern van zijn betoog is dat Israël vaak het Woord van God in de wind heeft geslagen. Ook valt hij het idee aan dat God zich exclusief in Jeruzalem laat aanbidden. Tot slot beschuldigt hij zijn toehoorders ervan erfgenamen te zijn van hen die Gods profeten hebben vermoord.
Steniging
De toehoorders van Stefanus' rede ontstaken in woede. Zich ervan bewust zijnde dat zijn laatste uur had geslagen, toonde hij zich gelaten. Lucas beschrijft hoe hij vervuld van de Heilige Geestnaar de hemel staarde en zei dat hij Gods heerlijkheid zag en Jezus staande aan Gods rechterhand. Deze uitspraak was voor het Sanhedrin het toppunt van blasfemie. Als één man stormden zij op Stefanus af, sleepten hem buiten de stadspoort en stenigden hem, aldus Lucas. Die meldt verder dat Saulus, de latere apostel Paulus, erbij aanwezig was en met deze moord instemde. Paulus zou hem later als eerste martur (μαρτυρ: Grieks voor 'getuige') hebben genoemd.
Vervolging Jeruzalemse gemeente
De Joodse autoriteiten hadden in die tijd van de Romeinse bezetters de volmacht gekregen om recht te spreken in godsdienstkwesties. Op de dag dat Stefanus de marteldood stierf besloten zij het nieuwe geloof uit te roeien. Volgens Lucas sloegen de christenen ('allen behalve de apostelen') toen op de vlucht en weken zij uit naar het platteland van Judea en Samaria. Zo geschiedde de eerste geografisch verspreiding van het Evangelie.
Protomartelaar
In zowel de Griekse als de Latijnse traditie wordt Sint Stefanus vereerd als Protomartelaar. Als eerste (πρωτο) trad hij in de voetsporen van Jezus om tot de dood toe de nieuwe heilsorde te verkondigen. Lucas trekt in de Handelingen diverse parallellen met Jezus. Waar Jezus aan het kruis God de Vader om vergeving voor zijn vervolgers vraagt en bij zijn sterven zijn geest aan Hem geeft, zo bidt de gestenigde Stefanus bij Jezus om vergeving van de vervolgers en zegt hij: "Heer Jezus, ontvang mijn geest".
Relieken
Lucas meldt dat vrome mannen het lijk van Stefanus begroeven, maar hij zegt niet waar. Volgens een overlevering zou het stoffelijk overschot in 415 bij Kaphargamala zijn teruggevonden op aanwijzingen van meerdere zieners, onder wie de priester Lucianus en de monnik Migetius. Het lichaam werd overgebracht naar Jeruzalem en uiteindelijk bijgezet in de kerk die de Byzantijnse keizerin Eudoxia in 460 had laten bouwen op de plek waar Stefanus de stenigingdood zou zijn gestorven. Dit heiligdom werd echter in 614 door de Perzen verwoest, maar werd in eind 19e eeuw herbouwd door de Orde der Dominicanen. Na de verwoesting in de 7e eeuw raakten de relieken van Stefanus over de gehele christenheid verspreid.
Tweede Kerstdag
De Romeinse ritus viert het feest van Sint Stefanus op 26 december, de tweede dag van het Kerstoctaaf. Op de Byzantijnse kalender staat de gedachtenis van 'de protomartelaar en aartsdiaken' op 27 december. In Rusland gebruikt de Orthodoxe Kerk in tegenstelling tot de staat nog steeds de Juliaanse Kalender. Het kerkelijke 27 december is daar het wereldlijke 9 januari.
Iconografie
In de westerse kunst wordt Stefanus afgebeeld als een getonsureerde diaken, gekleed in een weelderige dalmatiek, een diakenstool dragend en een palmtak in zijn rechterhand. Soms draagt hij ook stenen, attributen die wijzen op zijn marteldood.