Een suisse is – althans in Nederland – een leek die is aangesteld om tijdens kerkelijke plechtigheden de orde te bewaren.

Eerbied in Gods Huis

De functie van suisse ontstond aan het einde de negentiende eeuw, toen er kennelijk behoefte bestond aan iemand die tijdens kerkelijke plechtigheden de orde bewaakte. Daartoe was hem een specifiek kostuum toegedacht met een steek en een hellebaard. Aan de, zij het vage, gelijkenis met de Zwitserse Garde dankte deze functionaris zijn naam.

Kerkbaljuw

De functionaris wordt ook wel kerkbaljuw of kerkbewaarder genoemd. De suisse droeg een sjerp waarop Eerbied in Gods Huis te lezen viel. De suisse trad handelend op wanneer kinderen of volwassenen zich misdroegen.

Salueren

Tot de overige taken van de suisse behoorde het ophalen van de priester in de sacristie. Hij liep voor de priester uit richting priesterkoor en begeleidde hem na de Mis weer naar de sacristie. Liep de suisse niet rond door de kerk, dan stond hij vooraan in het middenpad. Tijdens de consecratie salueerde hij.

Erefunctie

Hoewel het vooral een erefunctie betrof, was er doorgaans een kleine betaling aan verbonden. Vandaar ook dat suisses zelden tot de hogere klassen behoorden. Vaak werd het ambt van vader op zoon doorgegeven. Suisses vervulden ook een belangrijke rol tijdens processies, waarbij zij meestal in vol ornaat voorgingen in de stoet.

Heden

Na het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) verdween de functie in veel Nederlandse parochiekerken. In sommige echter bestaat de suisse nog steeds, bijvoorbeeld in de basiliek van het Heilig Sacrament in Meerssen.