De Syro-Malabaarse Kerk (niet te verwarren met de Syro-Malankaarse Kerk) is een oosterse kerk van de Oost-Syrische (ook wel Assyrische) ritus die in volledige gemeenschap verkeert met de Kerk van Rome. De Syro-Malabaren hebben binnen de Rooms-Katholieke Kerk een betrekkelijk autonome status (d.w.z. een eigen kerkelijke hiërarchie, liturgie en discipline).

India
Er zijn ongeveer vier miljoen katholieke Syro-Malabaren, van wie de overgrote meerderheid in India woont, voornamelijk in het zuidwestelijke kustgebied Malabar in de deelstaat Kerala. Aan het hoofd van de kerk staat een grootaartsbisschop. De Syro-Malabaarse Kerk is de op een na grootste oosterse kerk die in gemeenschap is met Heilige Stoel.

Thomas-christenen
De Syro-Malabaarse Kerk is een van de twee met Rome geünieerde kerken binnen het grotere geheel van de zogeheten Thomas-christenen (ook wel ‘Nasranis’), die hun ontstaan terugvoeren op de prediking van de heilige apostel Thomas in de eerste eeuw na Christus. In de eerste eeuwen na hun ontstaan verkeerden de Thomas-christenen in volledige gemeenschap met de Kerk van het Oosten, (ook wel Oost-Syrische of Assyrische Kerk). Deze nestoriaanse kerk stuurde geregeld bisschoppen naar India om diakens en priesters te wijden.

Portugezen
Vanaf de 16de eeuw trachtten Portugese missionarissen, voornamelijk jezuïeten, de kleine groep christenen die zij in India aantroffen onder het gezag van de Heilige Stoel te brengen. Daartoe stichtten zij in 1534 en 1558 twee Latijnse bisdommen aan de Malabarkust. Op de synodes van Goa en Diamper werden Latijnse gebruiken en kerkelijke structuren ingevoerd. Ook werd de Latijnse ritus geïntroduceerd ten koste van de oorspronkelijke Oost-Syrische Malabaarse ritus.

Eed van Coonan Cross
Onder de Indiase gelovigen bestond veel weerstand tegen de latiniseringspogingen van de Portugezen. Dit verzet culmineerde in 1653 in de zogenoemde Eed van Coonan Cross (‘Koonan Kurishu Satyam’) waarbij vertegenwoordigers van de Thomas-christenen onder leiding van aartsdiaken Thomas publiekelijk afstand deden van het Latijnse gezag en de bemoeienis van de Portugese kolonisator.

Karmelieten
In reactie op het verzet van de Thomas-christenen stuurde paus Alexander VII een grote groep karmelieten naar Malabar. Hun werk resulteerde erin dat de meerderheid van de Indiase christenen zich vanaf 1661 alsnog onder het gezag van Rome stelde. Uit deze gemeenschap ontwikkelde zich de Syro-Malabaarse Katholieke Kerk, zoals deze Indiase katholieke geloofsgemeenschap sinds 1887 bekend staat.

Minderheid
De minderheid die zich niet verenigde met Heilige Stoel, bleef behoren tot de Kerk van het Oosten of vond in de loop van de geschiedenis aansluiting bij verschillende oriëntaals-orthodoxe, anglicaanse en protestantse kerkfamilies. De Syro-Malankaarse Kerk komt voort uit deze minderheid en sloot zich in 1930 alsnog aan bij de Rooms-Katholieke Kerk.

Eigen hiërarchie
In 1923 kwam er onder paus Pius XI een zelfstandige Syro-Malabaarse hiërarchie tot stand, met Mar Augustine Kandathil als de eerste metropoliet en primaat. Sindsdien is het aantal gelovigen vertwintigvoudigd tot vier miljoen.

Eigen ritus
Vanaf 1934 gingen in Syro-Malabaarse Katholieke Kerk liturgische hervormingen van start om de latinisering ongedaan te maken. Hierbij werd teruggegrepen op de oorspronkelijke Oost-Syrische liturgie. De herstelde ritus werd in 1957 pauselijk goedgekeurd en in 1962 ingevoerd. Deze liturgische herbronning ondervindt echter ook weerstand van veel Syro-Malabaarse gelovigen die na eeuwen gewend zijn geraakt aan de Latijnse ritus.

Bisdommen
De Syro-Malabaarse Katholieke Kerk heeft tegenwoordig 29 eparchieën (bisdommen) in India. Vijf daarvan zijn aartseparchieën (Ernakulam-Angamaly, Changanacherry, Trichur, Tellicherry en Kottayam). Buiten India zijn er vier eparchieën; in Groot-Brittannië, Canada, Australië en de VS.

Religieuzen
In 1831 ontstond een eigen Syro-Malabaarse religieuze congregatie: de Karmelieten van de Onbevlekte Maria (C.M.I.). Deze paters hebben grote verdiensten voor de evangelisatie. Kuriakose Elias Chavara, een van de drie stichters, staat ook aan de wieg van de congregatie Zusters van de Moeder van de Karmel. Paus Johannes Paulus II verklaarde hem zalig in 1986, samen met Alphonsa Muttathupadathu, stichteres van de Syro-Malabaarse franciscanessen. In 2008 werd zij door paus Benedictus XVI gecanoniseerd. Sint-Alphonsa is de eerste in India geboren heilige van de Syro-Malabaarse Kerk. Naast de genoemde heeft de Kerk nog 62 andere religieuze instituten.