Een titulair(aarts)bisdom is een bisdom zonder feitelijk territorium. Het betreft bisdommen die titulair worden toegewezen aan bisschoppen die geen feitelijk bestaand bisdom besturen. Daarbij gaat het meestal om hulpbisschoppen. Ook hoge functionarissen in de Romeinse Curie zijn soms titulair (aarts)bisschop. Het betreft vaak bisdommen die ooit hebben bestaan, meestal in de eerste eeuwen van het christendom.

Codex
In canon 376 van de Codex wordt de titulair bisschop omschreven vooral aan de hand van wat hij niet doet: 'Episcopi vocantur dioecesani, quibus scilicet alicuius dioecesis cura commissa est; ceteri titulares appellantur' ('Bisschoppen worden diocesaan genoemd, wanneer hun de zorg voor een bisdom toevertrouwd is; de overigen worden titulair genoemd'). De titulaire bisschoppen hebben geen rechtsmacht, maar wel de zelfde wijdingsmacht als diocesane bisschoppen.

Ontstaan
De functie van titulair bisschop is in de loop van de Middeleeuwen ontstaan. Toen moesten veel bisschoppen uit met name Anatolië, het Midden-Oosten en Noord-Afrika vluchten in verband met een toenemende islamisering. Deze bisschoppen kregen onderdak bij bestaande bisdommen en behielden, zij het titulair, hun voormalig bisdom. Zij verrichtten in hun 'gastbisdommen' allerhande werkzaamheden in naam van de residerend bisschop. Op deze wijze ontstond het fenomeen van de hulpbisschop.

Hulpbisschoppen en coadjutoren
Titulaire bisdommen worden toegekend aan bisschoppen die niet de zorg hebben voor een bisdom. Het betreft hier doorgaans hulpbisschoppen of hoge Curieprelaten. Een uitzondering vormen sinds 1970 coadjutoren (hulpbisschoppen met recht van opvolging). Zij worden coadjutor van het (aarts)bisdom dat zij in de toekomst zullen gaan besturen. Voor 1970 was het bovendien gebruikelijk dat bisschoppen die met emeritaat gingen, werden 'overgeplaatst' naar een titulair bisdom. Sindsdien worden zij evenwel aangeduid als bisschop-emeritus van het bisdom dat zij hebben bestuurd.

In partibus infidelium
Tot 1882, toen dit gebruik bij motu proprio door paus Leo XIII werd afgeschaft, was het gebruikelijk dat titulair bisdommen werden aangeduid als bisdommen in partibus infidelium ('in de gebieden van de ongelovigen'), afgekort tot i.p.i. Oorspronkelijk had deze benaming alleen betrekking op de gebieden in Anatolië, Midden-Oosten en het Noorden van Afrika. Later konden ook andere gebieden als zodanig worden aangeduid. Nederland gold in de tijd van de Hollandse Zending, dat is de tijd waarin er in Nederland geen bisschoppen waren, ook als 'partibus infidelium'.

Voormalige bisdommen
Als gezegd zijn de meeste bisdommen genoemd naar voormalige bisdommen van de vroege kerk. In de twintigste eeuw werd de lijst met titulaire bisdommen uitgebreid met andere plaatsen, bijvoorbeeld ook met plaatsen die in de Amerika's liggen.

Maastricht
Eén titulair bisdom ligt in Nederland: het titulair bisdom Maastricht (Traiectum ad Mosam). Dit werd in het leven geroepen toen Petrus Moors (1906-1980), bisschop van Roermond, met emeritaat ging. Later werd dit bisdom nog toegekend aan Jo Gijsen, nadat hij was teruggetreden als bisschop van Roermond en voordat hij werd benoemd tot bisschop van Reykjavik. In 2006 werd tot veler verrassing en om onduidelijke redenen de hulpbisschop van Guayaquil in Ecuador, Marco Pérez Caicedo, benoemd tot titulair bisschop van Maastricht.