Het tweede boek Samuël van het Oude Testament gaat over koning David van Israël.

Dood van Saul
Het tweede boek Samuël, dat onmiddellijk aansluit op het eerste boek Samuël, vervolgt met het verhaal van Davids opgang naar het koningschap. Wanneer David de dood van koning Saul en zijn trouwe vriend Jonathan verneemt, zingt hij een ontroerende klaagzang, waarin hij zijn grote bewondering voor Saul en zijn vriendschap voor Jonathan vertolkt. De situatie is nu totaal veranderd. David kan nu zelf het initiatief nemen. Dankzij zijn wijs beleid kan hij rekenen op de steden van het Zuiden.

Koning van Juda
Na JHWH om raad te hebben gevraagd, trekt David naar Hebron, waar hij door de Judeeërs tot koning over het huis van Juda wordt gezalfd. Isboset, een zoon van Saul, wordt intussen door de legeroverste Abner tot koning over het noordelijke rijk Israël uitgeroepen. De strijd tussen beide koninkrijken, die daarna losbarst, is al vlug zeer ongelijk.

Koning van Israël
Wegens een ruzie om een vrouw breekt Abner met Isboset en treedt hij in de dienst van David. Kort daarna worden eerst Abner en daarna Isboset vermoord. David betreurt deze moorden en straft de schuldigen. Alle stammen van Israël begeven zich dan naar Hebron om David ook tot koning over Israël te zalven.

Ark van het Verbond
In de volgende hoofdstukken worden de grote, memorabele feiten uit Davids regering verhaald, waaruit blijkt dat JHWH hem bijstaat: hij verovert Jeruzalem op de Jebusieten en maakt het tot zijn residentie; hij behaalt twee overwinningen op de Filistijnen; in een luisterrijke processie brengt hij de Ark des Verbonds over naar Jeruzalem, waardoor hij het prestige van de stad verhoogt en haar tot middelpunt maakt van het godsdienstig leven; de profeet Nathan deelt hem plechtig de belofte van JHWH mee dat zijn huis en zijn koninklijke macht altijd blijven bestaan en dat zijn troon voor eeuwig zal vaststaan; hij behaalt talrijke overwinningen in de oorlogen met naburige staten; hij stelt functionarissen aan voor de goede gang van zaken in zijn rijk.

Batseba
In de hoofdstukken 9-20 (en 1 Koningen 1-2) volgt dan uitvoerig Davids familiegeschiedenis. Deze verhalen vormen één afgerond literair geheel en moeten geschreven zijn door iemand die nauwkeurig op de hoogte was van wat zich aan het hof van koning David afspeelde en die aldus zijn opvolging door Salomo wilde rechtvaardigen en verklaren. Over de opvolging heeft onder de zonen van David inderdaad een bittere strijd gewoed, die gepaard ging met veel familie-ellende. De auteur ziet dit alles als gevolg en bestraffing van Davids misstap: zijn overspel met Batseba en de daarop volgende moord op haar man, de Hethiet Uria. Een van de meest tragische gebeurtenissen in deze strijd om de opvolging is de zorgvuldig voorbereide opstand van Absalom, de derde zoon van David, die zich in Hebron tot koning laat uitroepen. Hij houdt zijn intocht in Jeruzalem, maar lijdt uiteindelijk toch de nederlaag en wordt gedood in de bossen van Efraïm.

Literaire schoonheid
Deze lang uitgesponnen maar trieste familiegeschiedenis van koning David wordt algemeen als een meesterstuk beschouwd, zowel wat de historische betrouwbaarheid als wat de literaire schoonheid betreft. Zij bevat een aantal onsterfelijke verhalen, die uitmunten door hun levendige verteltrant, hun psychologisch juiste en rake karaktertekeningen en hun stijl van vaak superbe eenvoud. De auteur verstaat de kunst om veel te zeggen en nog meer te suggereren met weinig woorden. Vanwege hun vormschoonheid, die in het oude Oosten nergens werd geëvenaard, verdienen deze verhalen een plaats in onze letterkundige bloemlezingen.

Messias
De figuur van de grote koning David, de stichter van het ene, onafhankelijke groot-Israël, werd door het nageslacht hoe langer hoe meer geïdealiseerd. Hij is het model en de maatstaf voor de volgende koningen. Hij drukte ook een stempel op de latere verwachting van de Messias. Telkens wanneer Israël in nood verkeert, herinnert het zich de belofte van Nathan en vraagt het om een zoon van David, iemand die koning zal zijn zoals hij en wiens troon voor altijd zal vaststaan.

Het tweede boek Samuël is als volgt opgebouwd:
1. David wordt koning, eerst over Juda, daarna over heel Israël (1-8)
2. Davids regering en de strijd rond zijn opvolging (9-20)
3. Aanvullende berichten (21-24)

Met dank aan de Katholieke Bijbelstichting (KBS) die de 'Inleiding op het tweede boek Samuël' (Willibrordvertaling van de Bijbel, uitgave 1995) welwillend ter beschikking heeft gesteld voor verwerking in dit lemma.