De Tweede Brief aan de Christenen van Korinthe is een geschrift dat deel uitmaakt van de canon van het Nieuwe Testament. De brief werd geschreven door de apostel Paulus.

Verslechterde verhouding
De tweede brief aan de Korinthiërs is vrij kort na de eerste ontstaan, waarschijnlijk in de jaren 55-56. De brief weerspiegelt een inmiddels ingetreden verslechtering van de verhouding tussen Paulus en de Korinthiërs. Hij bestaat uit verschillende delen. Het is onwaarschijnlijk dat ze alle tegelijk in één schrijven zijn verzonden.

Onder tranen
De hoofdstukken 1-7 zijn geheel gewijd aan Paulus' betrekkingen met de gemeente. Het blijkt dat hij intussen een bezoek 'in droefheid' aan Korinthe heeft gebracht, waarbij zich een incident heeft voorgedaan. In Efeze teruggekeerd, stuurt hij 'onder tranen' een strenge brief. Deze brief is ofwel verloren gegaan ofwel te vinden in 2 Korinthiërs 10-13. Bovendien heeft hij zijn medewerker Titus naar Korinthe gezonden om orde op zaken te stellen. Deze komt hem in Macedonië met goed nieuws tegemoet, wat voor Paulus aanleiding wordt, nog vóór hij zelf in Korinthe komt, aan deze gemeente te schrijven. Tussen dit alles in staan prachtige beschouwingen over het apostelschap.

Hulpactie
De hoofdstukken 8 en 9 hebben de bedoeling te Korinthe en in Achaje, de Romeinse provincie waarvan Korinthe de hoofdstad was, de grote hulpactie te organiseren die Paulus in Macedonië en Griekenland op touw had gezet ter ondersteuning van de 'heiligen', de behoeftige christenen in Jeruzalem en Palestina. Deze daad van naastenliefde ging hem ook zeer ter harte als teken van solidariteit tussen de gemeenten 'uit de besnijdenis'.

Schijnapostelen
De hoofdstukken 10-13 zijn een fel verdedigend en aanvallend betoog waarin de schrijver zich te weer stelt tegen 'schijnapostelen', die de gemeente tegen hem opzetten. Hun beschuldigingen betreffen niet alleen zijn methode van missionering, maar willen ook zijn apostelschap zelf aantasten.

Met dank aan de Katholieke Bijbelstichting (KBS) te Den Bosch die de 'Inleiding op de tweede brief aan de Korinthiërs' (Willibrordvertaling van de Bijbel, uitgave 1995) welwillend ter beschikking heeft gesteld voor verwerking in dit lemma.