De Tweede Brief van Petrus maakt deel uit van het Nieuwe Testament. De auteur beroept zich op het apostolisch gezag. Hij waarschuwt tegen de dwaling en roept op tot waakzaamheid omdat het moment van de wederkomst van Christus onbekend is.

Rondzendbrief

De schrijver van deze rondzendbrief wil de ware leer van het Evangelie doorgeven vanuit het apostolische verleden met apostolisch gezag als duurzaam bolwerk tegen de dwaling. De schrijver richt zich daarom onder het pseudoniem 'Simeon Petrus' (Sumeoon Petros) tot zijn lezers.

Eerste Petrusbrief

De auteur verwijst naar een eerder schrijven. Waarschijnlijk doelt hij op de bekende Eerste Brief van Petrus, die doorgaans als niet authentiek beoordeeld wordt. Dat de twee Petrusbrieven van dezelfde hand zouden zijn, is niet aannemelijk omdat de verschillen tussen de beide brieven te groot zijn.

Laatste Oordeel

De schrijver van de tweede Petrusbrief wil de verwachting van de nabije komst van de Heer levend houden door zijn lezers deze overtuiging weer opnieuw in te scherpen. Zij zijn er al lang in onderricht, maar er bestaat op dit punt in de gemeente een groeiende scepsis. De schrijver wijst hen op het zekere komen van de Heer: zijn verheerlijking op de berg staat er borg voor. Zij die er onbekommerd op los leven, zullen erdoor worden verrast; de tijdgenoten van Noach en de bewoners van Sodom en Gomorra zijn een waarschuwend voorbeeld. De lezers moeten weten dat God hun tijd gunt om tot inkeer te komen, maar dat zij niet ontkomen aan de verantwoording van hun daden. Het scenario van het wereldeinde dient ertoe hun die levensernst in te scherpen.

Judasbrief

De tweede Petrusbrief is geïnspireerd door de Brief van Judas. Het moet in het begin van de tweede eeuw na Christus tot stand zijn gekomen. Naar de plaats waar het ontstond kan men hoogstens gissen.



Met dank aan de Katholiek Bijbelstichting (KBS) te Den Bosch die de 'Inleiding op de tweede brief van Petrus' (Willibrordvertaling van de Bijbel, uitgave 1995) welwillend ter beschikking heeft gesteld voor verwerking in dit lemma.