Sint Vincentius a Paulo (1581-1660), belijder, was een Frans geestelijke en stichter van de Lazaristen. Hij legde zich toe op de armenzorg. Hij werd in 1737 heilig verklaard door paus Clemens XII. De Kerk viert zijn liturgische gedachtenis op 27 september.

Vroege leven

Vincent de Paul werd op 24 april 1581 geboren in Pouy, dat tegenwoordig Saint-Vincent-de-Paul heet, in het departement Landes. Zijn ouders waren Jean de Paul en Bertrande de Moras. Zijn vader bezat een bescheiden boerderij. Vincent had vier broers en twee zusters. Hij studeerde theologie in Toulouse en werd in 1600 priester gewijd. In 1605 werd Vincent nabij Marseille overmeesterd door een aantal Afrikaanse piraten, die hem meenamen en in Barbarije als slaaf verkochten. Hij wist uit deze benarde situatie te ontsnappen door zijn eigenaar tot het christendom te bekeren.

Margaretha van Valois

Vincentius studeerde vervolgens enkele jaren in Rome. In 1609 keerde hij terug naar Frankrijk. In Clichy, een voorstad van Parijs, werd hij pastoor. In 1613 werd hij huiskapelaan bij Margaretha van Valois, gescheiden echtgenote van koning Hendrik IV van Frankrijk. Enkele jaren later werd hij huiskapelaan van de invloedrijke adellijke familie Gondi. Hij begeleidde hen op hun reizen langs hun verschillende landgoederen in Frankrijk en leerde zo de armoede van de landarbeiders kennen. Vincentius begon in verschillende parochies geld en goederen in te zamelen ten behoeve van de armen. Hij richtte hiertoe in 1617 ook een charitatieve vrouwenvereniging op.

Lazaristen

In 1625 richtte Vincentius in Parijs de Congregatie der Missie op. Deze congregatie is, naar haar vestiging in het voormalig melaatsenhuis St. Lazare in Parijs, beter bekend onder de naam Lazaristen. Hoofddoelen van de congregatie waren de armenzorg, de missie en het religieus onderricht aan de lagere klassen. In 1633 verkreeg de congregatie pauselijke goedkeuring.

Dochters van Liefde

In 1633 richtte Vincentius met Louise Legras-de Marillac de Dochters van Liefde op. Dit was een gemeenschap van apostolisch leven, die zich – evenals de Lazaristen – vooral toelegden op de armenzorg. Deze gemeenschap was het voorbeeld voor Moeder Teresa, toen zij haar congregatie van de Missionarissen van Naastenliefde stichtte.

Dood

Vincentius overleed op 27 september 1660 in Parijs. Hij werd in eerste instantie begraven op het kerkhof van de Lazaristen in Parijs. Na zijn heiligverklaring in 1737 werd het lichaam opgegraven en in een glazen kist geplaatst in de kerk van de Lazaristen. Zijn hart wordt bewaard in de kapel van de Dochters van Liefde, in de Rue du Bac.

Heilig

Vrijwel onmiddellijk na zijn overlijden werd door zijn congregatie aangedrongen op zijn heiligverklaring. Paus Benedictus XIII verklaarde hem zalig op 13 augustus 1727. Op 12 juni 1737 verklaarde paus Innocentius XII hem heilig. Hij geldt als de beschermheilige van de armen. Paus Leo XIII riep hem in 1885 uit tot de patroon van de Dochters van Liefde. Zijn feestdag was 19 juli, maar werd in 1969 verplaatst naar 27 september, Vincentius' sterfdag.

Sint-Vincentiusvereniging

In 1833 richtte een aantal Franse studenten, onder leiding van Frédéric Ozanam, in Parijs de Sint-Vincentiusvereniging op. Deze vereniging van rooms-katholieke leken, genoemd naar de heilige Vincentius a Paulo, richt zich op liefdadigheid. Zij kreeg al spoedig in andere landen navolging. In Nederland was aan de meeste parochies een vereniging verbonden. De leden ervan legden zich toe op het uitdelen van kleding en voedsel aan armen en behoeftigen. De Vincentiusvereniging bestaat nog steeds.