De heilige Vincentius Strambi (1745-1824) was lid van de Passionisten en bisschop van het Italiaanse bisdom Macerata & Tolentino.

Jeugd 
Vincenzo Strambi werd op 1 januari 1745 in Civitavecchia geboren als zoon van de apotheker Giuseppe Strambi en zijn vrouw Elenora. Hij was de jongste van vier kinderen; de andere overleden in hun jeugd. Tegen de zin van zijn ouders ging hij in 1762 naar het diocesaan seminarie van Montefiascone omdat hij priester wilde worden. Daar ontdekte hij zijn roeping tot het religieuze leven. Hij wilde intreden bij de lazaristen en de kapucijnen, maar die wezen hem vanwege zijn zwakke gezondheid af. Op het seminarie blonk hij uit als redenaar en werd daarom naar Rome gestuurd om er zich te bekwamen in de gewijde welsprekendheid (sacra eloquentia). Daarna zette hij zijn theologische studie voort bij de dominicanen van Viterbo.

Sint Paulus van het Kruis 
Om zich voor te bereiden op zijn priesterwijding ging Vincenzo op retraite in het klooster van de passionisten in Vetrella. Daar trof hij de heilige Paolo della Croce, de stichter van de Congregatie der Passie. Zeer onder de indruk van hun spiritualiteit, verzocht hij pater Paolo om toelating tot de congregatie. Maar die wees hem af omdat hij meende dat Vincenzo niet sterk genoeg was voor het harde passionistenbestaan.

Lid van Passionisten 
Op 19 december 1767 werd Vincenzo priester gewijd voor het bisdom Bagnoregio. Daarna werd hij door zijn bisschop weer naar Rome gestuurd om er te doctoreren in de theologie. Onderwijl bleef hij zich aangetrokken voelen tot het passionistenleven. Na verscheidene retraites in het klooster in Vetrella, verzocht hij Sint Paulus opnieuw om toelating. Die ging uiteindelijk overstag. In september 1768 werd Vincenzo novice en nam de kloosternaam ‘Vincentius Maria van Sint Paulus’ aan. Het volgende jaar deed hij zijn geloften en zette hij zijn theologische studies voort.

Predikant 
De passionisten zagen het als hun taak om missies te preken. Vincentius werd daar al snel voor ingezet. Daarmee trok hij grote groepen mensen. Bij verschillende gelegenheden preekte hij voor kardinalen en bisschoppen.

Biograaf stichter
In 1773 werd Vincentius benoemd tot theologieprofessor in het huis van de passionisten in Rome. Daar was hij aanwezig bij het overlijden van Paulus van het Kruis op 18 oktober 1775. Zijn oversten benoemden hem nadien op hoge posten van de congregatie, zoals rector van het klooster in Rome en provinciaal van de Romeinse provincie. In 1784 werd hij vrijgesteld om de biografie van Paulus van het Kruis te schrijven. Het boek werd twee jaar later gepubliceerd.

Napoleon 
In 1796 vielen de Franse Republikeinse troepen onder leiding van Napoleon Bonaparte de Pauselijke Staten binnen. Generaal Louis-Alexandre Berthier trok op naar Rome, viel op 10 februari de Eeuwige Stad binnen en riep de Romeinse Republiek uit. De generaal eiste in naam van Napoleon dat de paus zijn wereldlijke macht zou afleggen. Toen Pius VI dat weigerde werd hij gevangengenomen en weggevoerd naar Frankrijk, waar hij te Valence stierf op 29 augustus 1799. Tijdens de Sedisvacatio was Vincentius in geringe mate papabel. Tijdens het conclaaf, dat plaatshad in het Sint-Jorisklooster in Venetië, kreeg hij zelfs een aantal stemmen. De conclavisten kozen echter de benedictijn, kardinaal Chiaramonti, die de naam Pius VII aannam.

Bisschop 
In juli 1801 werd Vincentius benoemd tot bisschop van Macerata en Tolentino. Op 26 juli werd hij tot bisschop geconsacreerd. Daarmee was hij de eerste passionist die bisschop werd. Zijn nieuwe hoedanigheid vereiste dat hij het klooster verliet. Niettemin bleef hij zich houden aan de strenge ascetische voorschriften van de congregatie. En buiten de officiële gelegenheden om droeg hij het zwarte passionistenhabijt. Vincentius was bijzonder begaan met de armen, de wezen en de bejaarden in zijn diocees. Bijzondere aandacht had hij voor de priesteropleiding.

Verbannen 
In 1809 werd Macerata door Napoleon ingelijfd bij het Franse Rijk. Het annexatiedecreet moest in alle kerken worden voorgelezen. Bisschop Vincentius weigerde dit keizerlijke bevel uit te voeren. Ook weigerde hij de Franse autoriteiten een lijst te verschaffen met daarop alle mannen in zijn bisdom die geschikt zouden zijn voor militaire dienst. Een eed van trouw aan Frankrijk wilde hij al helemaal niet afleggen. Daarop werd hij gearresteerd en naar Mantua verbannen. Vier jaar later, in 1814, keerde hij terug uit ballingschap. Hij werd daarbij opgewacht door een grote menigte die hem enthousiast in Macerata inhaalde. Toen Pius VII uit zijn eigen ballingsoord terugkeerde, bracht hij een bezoek aan Vincentius. Nadien merkte de paus op dat hij onder de indruk was geweest van Vincentius’ heiligheid.

Gebed om bescherming
In 1817 keerden de Fransen terug naar Macerata om er hun hoofdkwartier te vestigen voor hun offensief tegen de Oostenrijkers. De inwoners van de stad vreesden de agressie van de Franse militairen. Bisschop Vincentius ontbood alle priesters en seminaristen van de stad naar zijn privékapel om te bidden voor bescherming tegen de Franse bezettingsmacht. Na anderhalf uur gebeden te hebben, stond Vincentius op en deelde iedereen mee dat de Moeder Gods de stad zou beschermen. Toen de Franse daarop werden verslagen, vreesde de bevolking dat zij Macerata zouden plunderen. De bisschop ging naar de Franse commandant en smeekte hem om de stad niet binnen te trekken. De commandant ging akkoord. Daarna kwam het Oostenrijkse leger. Door tussenkomst van Vincentius werden de Franse militairen niet afgeslacht.

Adviseur Leo XII 
In 1823 verleende paus Leo XII hem permissie om met emeritaat te gaan. De paus benoemde hem tot zijn persoonlijk adviseur. Vincentius nam daartoe zijn intrek in het apostolisch zomerverblijf op de Quirinaal. In deze periode gaf hij geestelijke leiding aan Napoleons zuster Pauline Bonaparte, die terugkeerde naar het katholieke geloof.

Overlijden 
Toen Leo XII ernstig ziek werd zou Vincentius God hebben gebeden om het leven van de paus te sparen en hem in diens plaats te laten sterven. De paus genas en Vincentius overleed enkele dagen later op 1 januari 1824, op 79-jarige leeftijd. Zijn lichaam werd opgebaard in het Quirinaal-paleis en begraven in de Santi Giovanni e Paolo, de kerk waar ook Paulus van het Kruis lag.

Canonisatie 
Vincentius Maria Strambi werd op 26 april 1925 door paus Pius XI zaligverklaard. Paus Pius XI verklaarde hem heilig op 11 juni 1950. Zijn lichaam werd in november 1957 overgebracht van de Santi Giovanni en Paolo in Rome naar Macerata, eerst naar de kerk van San Filippo Neri en vervolgens naar de kathedraal. De Passionisten vieren zijn feest op 24 september.