Zebedeüs was de vader van de apostelen Johannes en Jacobus.

Visser
Zebedeüs (Dzebedaois is de Griekse vorm van het Hebreeuwse Zebadja [= 'de HEER geeft']), was de vader van twee van de Twaalf Apostelen: Johannes en Jacobus. Hij was samen met zijn zonen visser op het Meer van Galilea.

Vader achtergelaten
In het vierde hoofdstuk van het Matteüs-evangelie staat dat Jezus aan het Meer van Galilea enkele vissers aansprak.

Hij sprak hen [Simon en Andreas] aan: 'Kom achter Mij aan, en Ik zal jullie tot vissers van mensen maken.' Meteen lieten ze hun netten achter en volgden Hem. Verderop zag Hij nog twee broers, Jakobus van Zebedeüs en zijn broer Johannes; ze waren in de boot met hun vader Zebedeüs hun netten aan het klaren. Hij riep hen. Meteen lieten ze de boot en hun vader achter en volgden Hem. 
(Mt. 4,19-22, Willibrordvertaling 1995)