Zeven is in veel culturen een magisch of heilig getal. Ook in de Bijbel en de christelijke traditie is er veelvuldig sprake van zevenvoudige zaken.

Priemgetal

Wiskundig gezien behoort het getal 7 tot de priemgetallen. Dat zijn natuurlijke getallen boven de 1 die alleen deelbaar zijn door 1 en door zichzelf. De reeks priemgetallen (2, 3, 5, 7, 9, 11, 13, 17...) is oneindig. Soms wordt deze reeks als een mysterie beschouwd, omdat er tot op heden nog geen wiskundige wetmatigheid in ontdekt is.

Symbool voor volheid

De Oudheid kende zeven wereldwonderen, de Zeven Wijzen, de zeven wetenschappen, de zeven poorten van Thebe. Ook in de Bijbel en de christelijke traditie speelt het getal zeven een grote rol. Het symboliseert volheid. Zes verwijst soms naar het incomplete, het onvolmaakte (vgl. het getal van het beest 666, Ap.13,18)). Acht daarentegen staat voor volmaakte volheid of voor een nieuw begin. Zo had Jesse acht zonen; de jongste en achtste heette David en werd tot koning gezalfd (1 Sam.16). Christus verrees op de dag ná de sabbat, door christenen vaak aangeduid als de Achtste Dag.

Zevendaagse week

In het Oude Testament wordt het getal voor het eerst genoemd in het eerste scheppingsverhaal van Genesis

Op de zevende dag bracht God het werk dat Hij verricht had tot voltooiing. Hij rustte op de zevende dag van al zijn werk dat Hij verricht had. God zegende de zevende dag en maakte hem heilig, want op die dag rustte God van al het werk dat Hij scheppend tot stand had gebracht(Gen.2,2.3).

Deze tekst is een weerslag van de oud-Hebreeuwse tijdsindeling, die hoogstwaarschijnlijk was overgenomen van de Babyloniërs. Zij hadden een zevendaagse week die ze vermoedelijk baseerden op het zevental door hen waargenomen planeten.

Oude Testament

Voorbeelden in het Oude Testament:

  • de zeven vette en de zeven magere jaren (Gen. 41,26);
  • het zevendaagse paasfeest (Ex.12,14),
  • het sabbatsjaar na 6 jaren zaaien en oogsten; het 7e sabbatjaar als jubeljaar (Lev.25);
  • de zevenarmige kandelaar (Num.8,1-4);
  • het feest Sjavoeot, zeven weken na Pesach (Dt.16,9.10);
  • de zeven volken van Kanaän (Joz.3,11);
  • de zeven priesters met de zeven ramshoorns (Joz.6,4);
  • Israël die op de zevende dag zeven keer om Jericho heen trekt (ibid.);
  • het zevental stier- en ramoffers van David (1 Kr.15,26);
  • de zevendaagse rouw over Judit (Jdt.16,24).

Evangeliën

In de Evangeliën en de Handelingen der Apostelen wordt het getal matig gebruikt. Zo is er sprake van:

  • de zeven broden die Jezus vermenigvuldigde (Mt.15,34),
  • de zeven broers in de huwelijksparabel (Mc.12,20),
  • de zeven demonen die Jezus bij Maria Magdalena had uitgedreven (Lc.8,2),
  • de zeven eerste diakenen (Hnd.6,3).

Apocalyps

Opvallend is het veelvuldig gebruik van het getal zeven in het laatste Bijbelboek, de Apokalyps van Johannes:

  • de zeven christengemeenten van Asia (Ap.1,4);
  • de zeven gouden lampenstandaards (Ap.1)
  • de zeven sterren in Christus' rechterhand (Ap.1);
  • de zeven geesten van God met de zeven horens en de zeven ogen (Ap.3,1);
  • de boekrol met de zeven zegels (Ap.5,1);
  • de zeven engelen die voor Gods aangezicht staan (Ap.8,2);
  • de zeven donderslagen (Ap.10,3);
  • de draak met de zeven koppen (Ap.12,3), symbool voor de zeven heuvelen en zeven koningen van Rome (Ap.17,8-10);
  • de zeven laatste plagen (Ap.15,1).

Traditionele lijstjes

In de katholieke traditie bestaat een veelvoud aan lijstjes van zeven items. Deze zijn vaak uit de Heilige Schrift gedestilleerd.

Zevende hemel

De uitdrukking 'in de zevende hemel zijn' betekent 'verrukt zijn'. Haar oorsprong ligt in het jodendom, waar men zich het bovenaardse voorstelde als een oord van meerdere hemelen. Zo spreekt Paulus van een 'derde hemel' (2 Kor.12,2). In de islamitische traditie wordt het verhaal verteld over de Mi'raj, de nachtelijke reis die de Profeet Mohammed maakte op het hemelse dier Buraq. In Jeruzalem aangekomen steeg hij op en reisde hij samen met de aartsengel Gabriël (Djibriel) naar de zeven hemelen. In elk van die hemelen ontmoetten zij een voorname profeet; in de laatste hemel was dat Abraham (Ibrahim). Daarna zou Mohammed God zelf hebben ontmoet.