In een driedelige special van KRO-NCRV onderzoekt de Keuringsdienst van Waarde hoe ons landbouwvee middels uitgekiende fokprogramma’s ingrijpend genetisch wordt veranderd. Het varken heeft er een rib bij gekregen en geiten raken hun hoorns kwijt – de Keuringsdienst ziet in een reeks van drie speciale afleveringen hoe de mens het dier aan zijn wensen aanpast.
Sinds de jaren vijftig van de vorige eeuw zijn de boerderijen in Nederland gespecialiseerd en fors gegroeid. Het gemengde bedrijf met zowel koeien als varkens en akkerbouw is grotendeels verdwenen en de landbouwproductiviteit is enorm gestegen. Ook de dieren veranderen mee, maar dat gaat niet zomaar. Ze moeten een handje geholpen worden. Met fokprogramma’s proberen Nederlandse fokkers de landbouwdieren zo te veranderen dat ze beter aangepast zijn aan een leven in de intensieve veehouderij, soms met onbedoelde gevolgen. De Keuringsdienst van Waarde laat van drie verschillende dieren zien hoe ver de mens die naar zijn hand heeft kunnen zetten: het efficiënte varken, het dikbilrund en de hoornloze geit.
Special 1: Het varken
Vroeger hielden veel boeren wat varkens naast hun koeien. De varkens leefden van restproducten: de wei die overbleef na het kaasmaken en snijresten van groenten. Als de varkens groot genoeg waren, werden ze geslacht. Tegenwoordig worden varkens in grote stallen gehouden en wordt gezocht naar de meest efficiënte manieren om de dieren te houden. En ook het varken moest zich aanpassen. Er wordt continue op gefokt en geselecteerd. Hoe meer biggen per geboorte op de wereld komen hoe rendabeler. Wierp een varken in 2010 gemiddeld nog 11 biggen per worp. Nu zijn het er al 14. Om meer ruimte te creëren in het varken is er een rib extra bijgefokt, het varken is langer geworden. En om die talrijke biggen te kunnen zogen heeft het varken ook meer spenen op haar buik gekregen.
Special 2: De dikbil
Als gevolg van een toevallige genetische mutatie, is er een rund ontstaan met spieren die een bodybuilder niet zouden misstaan: het dikbilrund. Dikbilrunderen zijn heel gespierd, zonder dat ze daar veel voor hebben hoeven doen. Meer spieren betekent meer biefstuk. Een slager kan van een dikbilrund wel tot 20% meer biefstuk snijden. Een ander gevolg is wel dat het bekken van het dier nauwer werd, en het ongeboren kalf juist breder. De dikbilkalveren kunnen inmiddels meestal niet meer op natuurlijke wijze worden geboren. Ze komen vrijwel allemaal met een keizersnede ter wereld en dat is niet onomstreden. Daarom wordt er nu gekeken hoe de runderen weer kunnen worden teruggefokt zodat ze wel via een natuurlijke geboorte op de wereld kunnen komen.
Special 3: De hoornloze geit
Door lactose-intolerantie is er een grote toename in de vraag naar geitenmelk. Het geitenhouden wordt daarom ook steeds intensiever. Er zijn nu stallen waar honderden geiten samen worden gehouden. Als te veel geiten dicht op elkaar leven, verwonden ze elkaar met hun hoorns. Daarom worden de geiten vlak na de geboorte onthoornd. De zogenaamde hoornpit wordt uit hun schedel gebrand. In sommige landen is dit verboden en verwacht wordt dat dit verbod uiteindelijk ook in Nederland zal gelden. Daarom wordt er tegenwoordig gefokt naar een hoornloze geit. Maar niet zonder problemen. Het gen voor hoornloosheid is nauw verbonden met het gen voor reproductie. Hoornloze geiten kunnen zich maar moeilijk voortplanten en krijgen veel hermafrodieten: de kwenen. Ook heeft een geit zijn hoorns nodig om hiërarchie vast te kunnen stellen in een groep, waardoor ze prettiger samen kunnen leven.
Keuringsdienst van Waarde: fokspecials, vanaf donderdag 7 januari om 20:25 uur bij KRO-NCRV op NPO 3.