20-04-2020
We leven sinds een paar weken in een 1,5 meter samenleving. “Houd afstand”, is het devies. En voorlopig zie ik daar geen einde aan komen. Kappers, winkelketens en wellicht ook kerken zullen over een paar weken hun deuren weer voorzichtig openen. Op voorwaarde dat het mogelijk is afstand te bewaren.

COLUMN WILFRED KEMP

Ik moest er in het begin erg aan wennen. Boodschappen doen duurt langer, omdat je moet wachten tot de mevrouw voor je eindelijk heeft gekozen tussen gemengde sla met rucola of toch enkel veldsla. En vooral op bezoek bij mijn 90-jarige moeder, voelt de afstand als onnatuurlijk en vervreemdend. 

Toch merk ik dat het snel in mijn systeem zit. Na een ochtend op mijn werk en aansluitend een bezoek aan de supermarkt, houd ik, eenmaal thuis, ook mijn echtgenoot op afstand. Ongemerkt, ongewild ook. Het gebeurt gewoon. Gewoontes wennen snel.

En als ik heel eerlijk ben, vind ik die 1,5 meter afstand eigenlijk best fijn. Natuurlijk mis ik het fysieke contact met mijn moeder. Even een knuffel, zit er voorlopig niet in. En ook samen eten met vrienden mis ik. Maar dat komt wel weer. 

Nu nemen we het zekere voor het onzekere en ontwijken we elkaar. Maar over een tijdje ga ik weer lekker voor ze koken. De tafel op de veranda is groot genoeg om de nodige afstand te bewaren.

Maar ik merk dat ik voor de rest die 1,5 meter afstand wel prima vind. Op het werk, de bureaus wat meer uit elkaar, prima! Even wachten voor de winkel als die vol is, ook goed! Maar wat ik het allerfijnste vind, is dat ik verlost ben van het kusdilemma. 

Ik ontmoet in mijn leven drie soorten mensen. Mensen die ik zeker kus: familie en goede vrienden, en mensen die ik zeker niet kus: willekeurige mensen op straat en vage kennissen. Maar daar zit een groep tussen: vage vrienden en goede kennissen. 

Altijd die twijfel, ga ik nou kussen of niet. Doe je het niet, dan kan dat ongewild afstandelijk voelen, doe je het wel dan kan dat ongemakkelijke situaties opleveren. Dankzij corona ben ik nu van dat dilemma verlost. Heerlijk!