French President Emmanuel Macron (L) touches the top of the newly rebuilt spire and cross, during his visit to the reconstruction work at Notre-Dame de Paris Cathedral, on the Ile de la Cite in Paris, on December 8, 2023. This spire is being reconstructed to be identical to the original one, destroyed in the fire of April 15, 2019 with the Cathedral set to be reopened at the end of 2024 according to the French Minsitry of Culture. Christophe Ena / POOL / AFP

Parijs, 8 december 2023 - Met nog precies een jaar tot de grote heropening is in Parijs stilgestaan bij het werk dat sinds de brand in 2019 is verzet aan de Notre-Dame. De Franse president Emmanuel Macron beklom de steigers rond de nieuwe 96 meter hoge vieringtoren. Hij beloofde dat de opening van de kathedraal volgens planning op 8 december 2024, hoogfeest van Maria Onbevlekte Ontvangenis, zal doorgaan. Hij hoopt dat de paus bij de opening aanwezig zal zijn.

“De deadlines worden gehaald. Het is een formidabel beeld van hoop en van een Frankrijk dat zichzelf herbouwd heeft”, zei de Franse president op de steigers.

Afgelopen woensdag werd het kruis bovenop de toren gemonteerd, later volgt de windhaan. Ook aan het dak wordt nog gewerkt. De president sprak van een “belangrijk en emotioneel moment”.

Macron hielp ook de naam van de voormalige hoogste militair van Frankrijk in het hout van de nieuwe vieringtoren, die op de kruising van de kathedraal staat, te beitelen. Generaal Jean-Louis Georgelin overzag het werk aan de Notre-Dame tot zijn dood bij een wandelongeluk, in augustus van dit jaar.

Macron kondigde verder aan dat er een nieuw museum aan de kathedraal gewijd wordt. Dat moet op hetzelfde eilandje in de Seine komen te staan als waar de kathedraal in de twaalfde eeuw werd gebouwd.

De Notre-Dame was tot de Franse Revolutie eigendom van de aartsbisschop van Parijs en dus van de rooms-katholieke kerk. Op 2 november 1789 werd de kathedraal genationaliseerd; sindsdien is zij het eigendom van de Franse staat. Onder het Concordaat van 1801 werd het gebruik van de kathedraal teruggegeven aan de rooms-katholieke kerk, maar niet het eigendom. Wetgeving uit 1833 en 1838 verduidelijkte dat kathedralen werden onderhouden op kosten van de Franse overheid. Dit werd opnieuw bevestigd in de wet op de scheiding van kerk en staat uit 1905, waarin de rooms-katholieke kerk werd aangewezen als de exclusieve rechthebbende op het gebruik van het gebouw voor godsdienstige doeleinden.

De Notre-Dame van Parijs is een van de zeventig historische kerken in Frankrijk met deze status. Het aartsbisdom is verantwoordelijk voor het betalen van het personeel, voor de beveiliging, verwarming en schoonmaak en moet ervoor zorgen dat de kathedraal gratis toegankelijk is voor bezoekers. Het aartsbisdom ontvangt geen subsidies van de Franse staat.