Het aandeel van de bevolking dat aangeeft bij een kerkelijke stroming of levensbeschouwelijke groepering te horen is niet verder gedaald.

Den Haag (ANP), 18 april 2025Een grotere groep Nederlanders gaf vorig jaar aan bij een kerkelijke of levensbeschouwelijke stroming te horen dan in 2023. Dat meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vandaag. Sinds het eerste meetmoment van het CBS in 2010 is het aandeel gelovige mensen in Nederland elk jaar afgenomen, maar vorig jaar stopte deze daling.

Daling aandeel mensen dat aangeeft bij religie te horen stagneert

In 2024 gaf 44 procent van de ondervraagden aan bij een kerk, moskee of synagoge te horen, tegenover 42 procent een jaar eerder. In 2010 voelde nog 55 procent van de bevolking zich religieus.

Het grootste deel van de gelovigen noemt zichzelf rooms-katholiek, gevolgd door protestants en moslim. Ongeveer 7 procent had een andere geloofsovertuiging.

Jongeren van 18 tot 25 jaar horen het minst vaak bij een kerk of religieuze groep. Ruim twee derde van deze groep zegt niet-gelovig te zijn. Hoe ouder de mensen, hoe groter de groep gelovigen. Bij de 75-plussers was dit ruim 60 procent.

Van alle gelovige mensen bezocht 13 procent minimaal één keer per maand een religieuze dienst. Meer dan de helft van de moslims gaat minimaal één keer per maand naar de moskee. Van de protestanten gaat iets minder dan de helft maandelijks naar de kerk. Bijna driekwart van de katholieken gaat zelden of nooit naar een dienst.