Rome, 9 mei 2023 - De voormalige directeur van het persbureau van de Heilige Stoel, Joaquín Navarro-Valls (1936-2017), was ervan overtuigd dat de Kerk open en transparant moest communiceren, vooral in onaangename momenten. Zelf maakte hij deze vereiste niet altijd waar; hij verklaarde eens zelfkritisch na een persconferentie dat hij “te veel en slecht had gesproken”. Dat staat in zijn memoires als pauselijk woordvoerder (1984 tot 2006), die onlangs in een Spaanstalig boek zijn verschenen onder de titel Mis anos con Juan Pablo II (‘Mijn jaren met Johannes Paulus II’).
De postume aantekeningen zijn uitgegeven door een team van de Pontificale Universiteit van het Heilige Kruis in Rome, die behoort tot het Opus Dei, waarvan Navarro-Valls zelf ook lid was.
VolgensVatican News werpen de aantekeningen niet alleen licht op de heilig verklaarde Johannes Paulus II (1978-2005), maar ook op persoonlijkheden als Moeder Teresa, Fidel Castro, Václav Havel en Joseph Ratzinger.
Joaquín Navarro-Valls werd in 1936 geboren in Cartagena, Spanje. Hij studeerde zowel geneeskunde als journalistiek. In 1961 behaalde hij zijn artsendiploma.
Van 1977 tot 1984 was hij buitenlandcorrespondent van het dagblad ABC voor Italië en het oostelijk Middellandse Zeegebied (Egypte, Griekenland, Israël, Algerije en Turkije). Van de raad van bestuur van de Foreign Press Association in Italië werd hij in 1979 lid en in 1983 verkozen tot voorzitter.
In 1984 ging Navarro-Valls voor het Vaticaan werken. Met de Poolse paus, zijn baas, onderhield hij vriendschappelijke betrekkingen. Hij bracht verschillende keren zijn vakantie met Johannes Paulus II door. In zijn memoires beschrijft hij de paus als een humoristische man, die uitermate standvastig was in het gebed.