Rome, 6 september 2022 - Volgend jaar augustus vindt in de Portugese hoofdstad Lissabon de zeventiende editie van de Wereldjongerendagen plaats. Paus Franciscus is voornemens van de partij te zijn, maar voor hetzelfde geld is Johannes XXIV aanwezig, grapte de 85-jarige pontifex tegenover CNN Portugal.
Franciscus zei in een op 11 augustus opgenomen televisie-interview: “Ik ben van plan om te gaan. De paus zal gaan - ofwel Franciscus ofwel Johannes XXIV - maar de paus gaat!”
De kwinkslag werd gemaakt na maanden van speculaties in de media dat de Argentijnse paus dicht bij zijn emeritaat zou zijn. Paus Franciscus vertelde journalisten bij zijn terugkeer uit Canada in juli dat hij “open” staat voor de mogelijkheid om af te treden als God dat wil.
Franciscus legde niet uit waarom hij dacht dat zijn opvolger Johannes XXIV zou kunnen worden genoemd. Hij heeft dit grapje meerdere malen gemaakt sinds hij in 2014 Johannes XXIII (1958-1963) heiligverklaarde.
De paus zei in het eerste gedeelte van het CNN interview, uitgezonden op 4 september, dat de Wereldjongerendagen 2023 een grote kans bieden “voor de jeugd uit verschillende delen van de wereld om zich te verbinden”.
De meerdaagse bijeenkomst, ingesteld door Johannes Paulus II in 1985, wordt gewoonlijk om de drie jaar op een ander continent gehouden, in aanwezigheid van de paus. Bij sommige vorige Wereldjongerendagen liepen de bezoekersaantallen op tot in de miljoenen.
Het massa-evenement in Lissabon begint op 1 augustus en wordt 6 augustus afgesloten.
Over de Wereldjongerendagen zei paus Franciscus: “Als je naar een bijeenkomst met jonge mensen gaat, moet je bereid zijn om naar een andere taal te luisteren. Jongeren hebben hun eigen taal. En die komt voort uit hun eigen cultuur, want er is een jongerencultuur. En die komt ook voort uit hun eigen creativiteit.”
De eerste jezuïet op de Stoel van Sint-Petrus voegde eraan toe: “We moeten spreken in de taal van de jeugd (…) Zij hebben hun cultuur en een progressieve taal die vooruit gaat, toch? Je moet dus naar hen luisteren in hun manier van interpreteren en hen antwoorden op een manier die zij kunnen begrijpen. Ik kan een jongere die voor een probleem staat niet antwoorden met een oud theologieboek... Ze zullen het niet begrijpen (…). Je moet hun antwoorden in een taal die ze begrijpen en volgens de ervaringen die ze opdoen, toch?”