Kiev, 31 maart 2022 - Grootaartsbisschop Svjatoslav Sjevtsjoek van Kiev-Galicië, de primaat van de Oekraïense Grieks-Katholieke Kerk, heeft eergisteren tijdens een videoconferentie onthuld dat Russische militairen de opdracht kregen hem te doden.

In zijn getuigenis over de verschrikkingen van de oorlog in Oekraïne zei hij dat president Vladimir Poetin van plan was hem te laten vermoorden. De grootaartsbisschop verwees naar de beruchte Russische zwarte lijsten van mensen die moesten gedood worden en waarvan aanvankelijk nog werd gedacht dat geruchten daarover pure Oekraïense oorlogspropaganda waren. 

De Grieks-katholieke kerkleider is ervan overtuigd dat Russische infiltranten een aanval op de kathedraal in de Oekraïense hoofdstad Kiev aan het voorbereiden waren. “Een van de doelen was ook om mij te doden. Wij stonden allemaal op een lijst van mensen die moesten worden geëlimineerd. Ze hadden namen, adressen en andere gegevens”, zei de grootaartsbisschop. In zijn videoboodschap sprak hij zijn verontwaardiging uit over de humanitaire toestand in zijn land en vergeleek hij het gedwongen overbrengen van inwoners uit Oost-Oekraïne naar Rusland met “de praktijken die destijds gebruikelijk waren onder Stalin”.

Sjevtsjoek sprak eergisteren tijdens een videoconferentie (zie onder) die was opgezet door het Pontificaal Oriëntaals Instituut in Rome. Hij deed daarbij verslag van het leven in de Oekraïense hoofdstad. “Elke dag worden we gebombardeerd. Het is een wonder dat we licht en internet hebben om met jullie in verbinding te staan. Het is een wonder”, zei hij, met tranen in zijn ogen. “Want elke dag lanceren ze raketten en raketten om de infrastructuur van de steden in Oekraïne te vernietigen.”

De grootaartsbisschop wees op de ernstige vernielingen die Russische troepen aanrichten in de steden, waarbij zelfs monumenten en kerken worden vernield. Elke dag worden in Oekraïne twee kerken verwoest en priesters worden gedood. “Onschuldig bloed wordt vergoten”, zei hij.

Sjevtsjoek zei twee weken vóór de Russische invasie in een interview dat hij het ergste vreesde. “Ik was een Sovjetsoldaat. In het Sovjetleger was geweld het eerste en het laatste instrument om problemen op te lossen. Eerst moet je je vijand raken, daarna praat je met hem. Als je probeert een dialoog tot stand te brengen, word je als zwak beschouwd, zelfs als je uiting geeft aan de wens om escalatie te vermijden. In cultureel, religieus en politiek opzicht moeten we ons verzetten tegen het gebruik van geweld als instrument”, zei de grootaartsbisschop toen.

Voordat Sjevtsjoek tien jaar geleden naar Kiev terugkeerde, had hij twee jaar doorgebracht in Buenos Aires. Tijdens zijn verblijf in de Argentijnse hoofdstad raakte hij bevriend met de plaatselijke aartsbisschop, kardinaal Jorge Mario Bergoglio, de latere paus Franciscus.