Na het overlijden van haar man belandde journalist Pauline Weseman in een geloofscrisis. Aan Annemiek Schrijver vertelt ze hoe ze na vele omzwervingen nieuwe ankers vond.
Pauline Weseman verloor haar man Boudewijn zeven jaar geleden aan kanker. De troostwoorden die ze kende uit haar evangelische jeugd, bleken geen pleisters op haar verse wonden. Ze belandde in een geloofscrisis.
Na vele omzwervingen heeft Weseman nieuwe ankers gevonden, waaronder dagelijkse meditatie, stilte, en menselijke verbondenheid. Daarnaast is ze nog steeds op zoek naar de plaats die het christendom kan innemen in haar leven: kan het christendom nog een anker zijn, en zo ja, hoe dan?
Door de overweldigende ervaring van het overlijden en het alleenstaand moederschap, heeft Pauline Weseman ontdekt dat ware spiritualiteit voor haar bestaat uit gezamenlijke gebrokenheid. Ze pleit daarom voor kwetsbaarheid, en de aanvaarding dat niet alles leuk is in het leven: “Ik vertel mijn kinderen nooit meer dat het goed komt. In plaats daarvan zeg ik: als dingen gebeuren in het leven kun je het aan. Maar of het goed komt? Dat weten we simpelweg niet.”