Nadjaf, 6 maart 2021 – Op de tweede dag van zijn historisch bezoek aan Irak is paus Franciscus vanochtend ontvangen door grootayatollah Sajjied Ali al-Hoesseini al-Sistani, de geestelijk en politiek leider van de sjiieten in Irak. De ontmoeting vond plaats in de stad Nadjaf, in het sjiisme een belangrijke bedevaartplaats.
De paus was ongeveer drie kwartier bij de 90-jarige grootayatollah. Er waren bij hun gesprek alleen twee tolken aanwezig. Hun onderhoud was afgeschermd van de media. Al-Sistani, die de gematigde tak van het sjiisme vertegenwoordigt, verschijnt vrijwel nooit in het openbaar.
Het Vaticaan stelde aanvankelijk één foto van de twee beschikbaar en later ook videobeelden (zie onder). Daarop is de zien dat tijdens het maken van de beelden ook twee bisschoppen aanwezig waren, onder wie kardinaal Louis Raphaël Sako, de patriarch van Babylon der Chaldeeën.
Volgens het persbureau van de Heilige Stoel benadrukte de paus in zijn gesprek met al-Sistani “het belang van samenwerking en vriendschap tussen religieuze gemeenschappen, zodat wij door het cultiveren van wederzijds respect en dialoog kunnen bijdragen aan het welzijn van Irak, de regio en de gehele mensheid”.
“De ontmoeting was voor de paus een gelegenheid om groot-ayatollah al-Sistani te bedanken omdat hij, samen met de sjiitische gemeenschap, tegenover het geweld en de grote moeilijkheden van de afgelopen jaren, zijn stem heeft verheven ter verdediging van de zwaksten en de meest vervolgden, waarbij hij de heiligheid van het menselijk leven en het belang van de eenheid van het Iraakse volk heeft bevestigd”, aldus de pauselijk woordvoerder Matteo Bruni.
De rooms-katholieken en sjiieten hebben met elkaar gemeen dat ze een hiërarchie van geestelijken hebben, in tegenstelling tot protestanten en soennitische moslims. Volgens The World Factbook van de CIA is tussen 95 en 98 procent van de 39,5 miljoen inwoners van Irak moslim; daarvan is tussen 64 en 69 procent sjiitisch.
Het woord sjiisme is afgeleid van het Arabische sjīʿatoe ʿAlī, dat ‘volgelingen van Ali’ betekent. Ali ibn Abu Talib was de neef en schoonzoon van de profeet Mohammed. Sinds diens dood in 632 bestaat de kwestie wie de kalief is, oftewel de leider van de Oemma, de wereldwijde gemeenschap van moslims.
De eerste vier kaliefen zijn Aboe Bakr (632-634), Omar ibn al-Chattab (634-644), Oethman ibn Affan (644-656) en Ali ibn Abu Talib (656-661). Na de dood van Ali ontstond het grote schisma dat de Oemma opsplitste in de Soenna en de Sjia. De laatste groep beschouwt Ali als de eerste van de Twaalf Imams.
Nadjaf (de Engelstaligen schrijven ‘Najaf’) of al-Nadjaf wordt door de sjiieten als heilige stad beschouwd, omdat Ali ibn Abu Talib er begraven ligt. Zijn graf bevindt zich in de Moskee van Imam Ali. In het sjiisme is Nadjaf het meest sacrale oord op Mekka en Medina na.
Sinds de val van dictator Saddam Hoessein, die de sjiitische meerderheid zwaar onderdrukte, is de stad weer tot bloei gekomen. Het is naast bedevaartplaats ook het politieke centrum van de Iraakse sjiieten.
Officiële website van groot-ayatollah Ali al-Sistani
Grootayatollah al-Sistani geldt als een leider met betrekkelijk gematigde opvattingen. Zo streeft hij geen sjiitische theocratie na, zoals die in Iran bestaat. Islamistische terreurorganisaties als al-Qaida en IS beschouwen hem als aartsketter.
Een ayatollah is een hoge sjiitische geestelijke die gezaghebbende uitspraken (fatwa’s) mag doen op het gebied van godsdienst, ethiek, rechtspraak en politiek. De titel ‘grootayatollah’ (Arabisch: ayatoellah al-oezma) wordt gegeven aan een paar ayatollahs met een grote groep volgelingen en die worden geëerd om hun religieus oordeelsvermogen.