Pope Francis (C) greets worshippers as he arrives to celebrate a mass at a park in Manila on January 18, 2015. The pope, on a five-day visit to the Philippines, began the mass at a bayside park in the nation's capital in rainy weather that failed to deter a giant crowd from turning up. AFP PHOTO / TED ALJIBE

Rome, 9 maart 2023Over vier dagen is het precies tien jaar geleden dat de Argentijnse kardinaal Jorge Mario Bergoglio tot bisschop van Rome werd gekozen. Hij was de eerste jezuïet en de eerste Zuid-Amerikaan die op de Stoel van Petrus ging zitten. Ook koos hij als eerste de naam Franciscus, daarbij verwijzend naar de heilige Franciscus van Assisi, de gestigmatiseerde bedelaar die vooropliep in de middeleeuwse armoedebeweging. In diens geest zei Bergoglio aan het begin van zijn pontificaat dat hij “een arme kerk voor de armen” wenste. Hij pleitte voor een focus op de mensen aan de rand van de samenleving, zich krachtig uitsprekend tegen wat hij de “wegwerpcultuur” noemde. Tijdens zijn veertig apostolische reizen buiten Italië droeg hij deze boodschap consequent uit. Overal waar hij als pontifex Romanus kwam, riep hij regeringen op recht te doen aan de armen. Ook zorgde hij ervoor dat hij waar en wanneer het maar kon, ontmoetingen had met armen, vluchtelingen en andere verschoppelingen.

Zijn eerste buitenlandse trip ging naar Brazilië, het land met de meeste katholieken ter wereld. Die reis was al gepland door zijn voorganger, vanwege de Wereldjongerendagen in Rio de Janeiro. Aanvankelijk liet hij weten niet van plan te zijn om aan boord van het vliegtuig zich door journalisten te laten bevragen. Daar kwam hij echter op terug. Sindsdien zijn de persconferenties in de lucht interessante gelegenheden om kennis te maken met het persoonlijke gedachtengoed van de Argentijnse paus.

De afgelopen toen jaar bezocht Franciscus 59 landen, waarvan hij er twee tweemaal aandeed: Cuba en Griekenland. Op de lijst van die landen (zie onder) ontbreekt Argentinië, waar hij op 17 december 1936 ter wereld kwam. Ook de Benelux en Duitsland ontbreken. Maar wat niet is kan nog komen, hoewel een bezoek van de huidje paus aan Nederland steeds onwaarschijnlijker wordt.

De paus was in 2014 in Frankrijk, echter niet in Parijs maar in Straatsburg om er het Parlement van de Europese Unie toe te spreken. In september van dit jaar hoopt hij weer naar Frankrijk te gaan, wederom niet naar de hoofdstad, maar naar Marseille, vanwege de daar te houden bijeenkomst van bisschoppen in het Middellandse Zeegebied. Franciscus gaf ook aan dit jaar nog naar Mongolië te willen, en volgend jaar naar India.  

Niet alle bezoeken aan landen hadden primair een pastoraal doel. Bijvoorbeeld zijn reis naar Zwitserland in 2018 was georganiseerd om in Genève de Wereldraad van Kerken toe te spreken en zijn bezoek aan de Hongaarse hoofdstad Boedapest vond plaats vanwege het daar gehouden 52ste Eucharistische Congres.

Komende zomer reist de paus voor de tweede keer naar Portugal, ditmaal om er deel te nemen aan de Wereldjongerendagen in Lissabon. Eerder reisde hij vanwege dit katholieke megaevenement ook naar de Poolse stad Krakau, de stad waar Karol Wojtyła (Sint-Johannes Paulus II) aartsbisschop was, en naar Panama.

  1. Brazilië (22 juli tot 29 juli 2013)
  2. Israël, Jordanië en Palestina (24 mei tot en met 26 mei 2014)
  3. Zuid-Korea (14 augustus tot en met 18 augustus 2014)
  4. Albanië (21 september 2014)
  5. Frankrijk (25 november 2014) 
  6. Turkije (28 tot 30 november 2014)
  7. Sri Lanka en Filippijnen (13 tot en met 19 januari 2015)
  8. Bosnië en Herzegovina (6 juni 2015)
  9. Bolivia, Ecuador en Paraguay (5 tot en met 13 juli 2015)
  10. Cuba en de Verenigde Staten (19 september tot en met 27 september 2015)
  11. Kenia, Oeganda en de Centraal-Afrikaanse Republiek (25 november tot en met 30 november 2015)
  12. Cuba en Mexico (12 tot en met 18 februari 2016)
  13. Griekenland (16 april 2016)
  14. Armenië (24 juni tot en met 26 juni 2016)
  15. Polen (27 juli tot en met 31 juli 2016)
  16. Georgië en Azerbeidzjan (30 september tot en met 2 oktober 2016)
  17. Zweden (31 oktober tot en met 1 november 2016)
  18. Egypte (28 april tot 29 april 2017)
  19. Portugal (12 en 13 mei 2017)
  20. Colombia (6 september tot en met 10 september 2017)
  21. Myanmar en Bangladesh (27 november tot en met 2 december 2017)
  22. Chili en Peru (15 januari tot 21 januari 2018)
  23. Zwitserland (21 juni 2018)
  24. Ierland (25 augustus tot en met 26 augustus 2018)
  25. Estland, Letland en Litouwen (22 tot en met 25 september 2018)
  26. Panama (23 januari tot 27 januari 2019)
  27. Verenigde Arabische Emiraten (3 tot en met 5 februari 2019)
  28. Marokko (30 maart tot 31 maart 2019)
  29. Bulgarije en Noord-Macedonië (5 tot en met 7 mei 2019)
  30. Roemenië (31 mei tot en met 2 juni 2019)
  31. Mozambique, Madagaskar en Mauritius (4 september tot en met september 2019)
  32. Thailand en Japan (19 november tot en met 26 november 2019)
  33. Irak (5 tot 8 maart 2021)
  34. Hongarije en Slowakije (12 tot 15 september 2021)
  35. Cyprus en Griekenland (2 december tot en met 6 december 2021)
  36. Malta (2 tot en met 3 april 2022)
  37. Canada (24 juli tot en met 30 juli 2022)
  38. Kazachstan (13 tot 15 september 2022)
  39. Bahrein (3 november tot en met 6 november 2022)
  40. Democratische Republiek Congo en Zuid-Soedan (31 januari tot 5 februari 2023)