Rome, 3 september 2022 - Paus Franciscus heeft op ongekende wijze ingegrepen in de Orde van Malta. In een zaterdag gepubliceerd decreet ontbindt de pontifex het bestuur van de ridderorde en benoemt hij een voorlopige soevereine raad. Die moet de internationale hulporganisatie leiden tot een buitengewoon generaal kapittel op 25 januari 2023. Tegelijkertijd heeft Franciscus een nieuwe constitutie en een nieuw wetboek voor de orde uitgevaardigd.
De Soevereine Militaire Hospitaalorde van Sint-Jan van Jeruzalem, van Rhodos en van Malta geniet in het internationaal recht een soevereine status. In wereldlijke aangelegenheid opereren de ridders onafhankelijk van de Heilige Stoel, maar als religieuzen zijn zij ondergeschikt aan de paus.
Al een aantal jaren verkeert de orde in een bestuurscrisis. De situatie was uit de hand gelopen door een intern geschil tijdens de regeerperiode van de toenmalige vorst-grootmeester Fra' Matthew Festing (1949-2021), die grootkanselier Albrecht von Boeselager had ontslagen. Festing trad in 2017 onder druk van paus Franciscus af na interne strubbelingen - en Boeselager werd door de Heilige Stoel weer in zijn functie hersteld.
Sindsdien is er weinig continuïteit geweest aan de top van de Orde. Festing's opvolger, Grootmeester Giacomo della Torre, overleed in 2020 op 75-jarige leeftijd. In juni overleed ook de interim-leider, luitenant-grootmeester Fra' Marco Luzzago, op 71-jarige leeftijd. Sindsdien wordt de post bekleed door Fra' John Dunlap (65), die in een verklaring de interventie van de paus toejuicht.
“De Orde van Malta is verheugd over de vaderlijke maatregelen van Zijne Heiligheid, die getuigen van de grote liefde van de paus voor onze Orde”, liet de geprofeste ridder weten. Na zorgvuldige overweging van de verschillende voorstellen die de laatste maanden zijn gedaan, zei hij, heeft de paus een koers uitgezet om de toekomst van de ridderorde veilig te stellen als religieus instituut en ook als soevereine entiteit onder het internationaal recht.
Dunlap wordt beschouwd als een voorstander van de hervormingsplannen van de paus. Hij heeft altijd de besluiten gesteund van de pauselijke gezant, die verregaande bevoegdheden heeft. Franciscus had kardinaal Silvano Tomasi opdracht gegeven de orde weer een religieuzer profiel te geven. Dit hield onder meer in dat de ridders van de ‘Eerste Stand’, die door religieuze geloften gebonden zijn, werden versterkt, maar dat tegelijkertijd een meer eigentijdse bestuursstructuur werd ingevoerd met veranderingen op het gebied van financiën en naleving.
In het vandaag gepubliceerde decreet verwijst Franciscus op opmerkelijke wijze naar een uitspraak van een Vaticaanse rechtbank onder Pius XII. Een arrest had reeds in 1953 de inherente voorrechten van de orde als volkenrechtelijk subject beperkt. De Maltezers hadden dan ook niet dezelfde bevoegdheden en prerogatieven als andere soevereine instanties. “De kwaliteit van de instelling als soevereine Orde is functioneel, dat wil zeggen dat zij gericht is op de verwezenlijking van de doelstellingen van de Orde en haar ontwikkeling in de wereld”, citeert Franciscus de toenmalige uitspraak.
Tot nu toe heeft de status van soeverein volkenrechtelijk subject de rooms-katholieke orde een unieke toegang op diplomatiek niveau verschaft. Bij internationale conflicten kan de ridderorde daardoor met een bijzondere onafhankelijkheid opereren. Waarnemers menen dat deze status, die ten dienste staat van het wereldwijde humanitaire werk, als gevolg van de recente interventies van de paus in gevaar zou kunnen komen.
Interventies van pausgezant Tomasi, zoals de benoeming van gouverneurs in onafhankelijke verenigingen, hebben reeds irritatie gewekt. De achterban kwam in opstand. Zij staan bijzonder kritisch tegenover het voorstel van Tomasi om de verantwoordelijkheid van ongeveer 13.000 leken over te dragen aan drie dozijn religieuze ridders die door hun geloften in een bijzondere relatie van gehoorzaamheid tot de paus staan. Maar deze ridders, van wie velen al op leeftijd zijn, ontbrak het aan ervaring en kwalificaties om zulke grote organisaties te leiden, zo waarschuwden zij.
In tegenstelling tot de gebruikelijke terughoudendheid publiceerde een tiental voorzitters van nationale afdelingen van de orde medio augustus een open brief aan de paus. Daarin vroegen zij hem de huidige hervormingsplannen stop te zetten en in plaats daarvan nieuwe voorstellen te laten uitwerken met een brede participatie van de leden. Anders zouden de orde en haar werken “ernstige schade kunnen lijden”.
Of de tussenkomst van de paus de situatie binnen de orde tot rust zal kunnen brengen, is even onzeker als de motieven van de Heilige Stoel onduidelijk zijn. Veel zal afhangen van de reactie van de 112 landen waarmee de Orde van Malta diplomatieke betrekkingen onderhoudt. Nederland hoort daar niet bij.