Vaticaanstad, 16 februari 2021 - Paus Franciscus heeft wijzigingen in het wetboek van strafrecht van de Vaticaanse staat aangebracht. Het betreft onder meer strafvermindering bij goed gedrag en de bereidheid vrijwilligerswerk en gemeenschapsdiensten te verrichten.

De wetswijziging staat in een vandaag gepubliceerd motu proprio. In deze apostolische brief, gedateerd op 8 februari, legt Franciscus uit dat er sprake was van “verouderde” criteria voor strafopleggingen. Hij wil het strafrecht aanpassen aan vernieuwende inzichten daaromtrent. 

In een van de nieuwe wetsartikelen wordt ruimte geboden aan een strafvermindering van 45 tot 120 dagen per jaar van de reeds uitgezeten vrijheidsstraf. Voorwaarde is dat een veroordeelde tijdens het uitzitten van zijn straf “gedrag heeft vertoond dat berouw doet vermoeden en op vruchtbare wijze heeft deelgenomen aan het behandelings- en reïntegratieprogramma”. 

Een veroordeelde kan in overleg met de rechter een reclasseringsprogramma opstellen waarbij hij activiteiten verricht die de gevolgen van zijn misdrijf opheffen of verzachten. Gedacht kan worden aan het verrichten van werk in het algemeen belang of aan activiteiten die de benadeelde partij voordeel opleveren. 

De paus schaft verder het ‘proces bij verstek’ af. Indien de beklaagde zonder wettig beletsel weigert op de rechtzitting te verschijnen, zal het proces doorgaan als de beklaagde door een advocaat kan worden gerepresenteerd. Indien de verdachte daarentegen wegens een wettig en ernstig beletsel niet komt opdagen, dan is de rechter voortaan verplicht de rechtszitting te schorsen. 

De bisschop van Rome heeft in Vaticaanstad de absolute macht. Hij bekleedt alle drie de machten: wetgevend, uitvoerend en rechtsprekend. Vaticaanse ingezetenen die door de Vaticaanse rechter worden veroordeeld tot gevangenisstraf, worden ondergebracht in detentiecentra van de Republiek Italië. Dat is zo geregeld in de Lateraanse Verdragen (1929).

Het wereldlijk recht van Vaticaanstad moet worden onderscheiden van het canoniek recht (kerkelijk recht). Ook in het canoniek recht is de paus de hoogste wetgever.