09-04-2020
In zijn homilie van de avondmis van Witte Donderdag heeft paus Franciscus stilgestaan bij de priesters die tijdens deze coronacrisis zijn gestorven omdat ze besmet raakten met het virus omdat ze de gelovigen nabij wilden zijn. Ook betuigde hij solidariteit met de priesters die vanwege het misbruikschandaal van alles naar hun hoofd geslingerd krijgen.
In de Mis van de Maaltijd des Heren (Latijn: Coena Domini) wordt de instelling van de sacramenten eucharistie en priesterschap herdacht.
“Vandaag wil ik graag dicht bij de priesters staan, bij alle priesters, van de laatst gewijde tot de paus. We zijn allemaal priesters. Bisschoppen, allemaal... We zijn gezalfd, gezalfd door de Heer; gezalfd om de eucharistie te vieren, gezalfd om te dienen”, zei de paus.
“Ik kan deze mis niet laten doorgaan zonder de priesters te gedenken. De priesters die hun leven offeren voor de Heer, de priesters die dienaren zijn. In deze dagen zijn meer dan zestig mensen hier, in Italië, gestorven in de zorg voor zieken in ziekenhuizen, en ook bij dokters, verplegers, verpleegsters... Het zijn de heiligen naast ons", priesters die hun leven in dienst hebben gegeven”, sprak de Heilige Vader.
“En ik denk aan degenen die ver weg zijn. Vandaag kreeg ik een brief van een priester, die gevangenisaalmoezenier is. Hij vertelde me hoe hij deze Heilige Week met de gevangenen leeft. Een franciscaan. Priesters die ver weg gaan om het Evangelie te brengen en daar sterven.”
Franciscus prees de geestelijken die in alle bescheidenheid trouw hun werk doen en niet zoeken naar eigen eer. “De plattelandpastoors, die parochiepriester zijn in vier, vijf, zeven dorpen, in de bergen, en van de ene naar de andere gaan, die het volk kennen... Een van hen vertelde me eens dat hij de naam van alle mensen in de dorpen kende. ‘Echt waar?’ vroeg ik hem. En hij zei: ‘Zelfs de naam van de honden!’ Ze kennen iedereen. De priesterlijke nabijheid. Goed, goede priesters.”
“Vandaag draag ik jullie in mijn hart en breng ik jullie naar het altaar. Belasterde priesters. Vaak gebeurt het vandaag de dag dat ze niet de straat op kunnen omdat men slechte dingen tegen hen zegt, met verwijzing naar het drama dat we hebben meegemaakt met de ontdekking van priesters die slechte dingen deden. Sommige vertelden me dat ze het huis niet uit kunnen, gekleed in clergyman [een priesterboord], omdat ze dan worden uitgescholden; maar ze gaan door.”