Šaštín-Stráže, 15 september 2021 – Paus Franciscus was vandaag op de laatste dag van zijn apostolische reis in de West-Slowaakse stad Šaštín-Stráže. Daar vierde hij het hoogfeest van Onze Lieve Vrouw van Smarten, de nationale patrones van Slowakije. Eerst had hij een ontmoeting met de bisschoppen van Slowakije in de Basiliek van de Zeven Smarten van de Maagd Maria, waar zij een gebed uitspraken tot de Moeder Gods. Daarna vierde hij met ongeveer 60.000 gelovigen de eucharistie in de openlucht. Vanmiddag reist Franciscus met zijn gevolg weer terug naar Rome.
In zijn homilie sprak de paus aan de hand van de Zeven Smarten van Maria over drie belangrijke elementen van het christelijk geloofsleven: het onderweg zijn (il cammino), zich laten leiden door de profetieën van de dienaren Gods (la profezia), en mededogen met allen die lijden (la compassione).
De basiliek van Šaštín geldt als een nationaal heiligdom, waarvan de geschiedenis teruggaat tot de zestiende eeuw.
Encyclopedie: Onze Lieve Vrouw van Smarten
In 1564 werd een beeld van Onze Lieve Vrouw van Smarten geplaatst in een driehoekige kapel. Vanwege het gevaar van de voortdurende oorlogen met de Ottomanen, werd het cultusobject in 1654 overgebracht naar een nabijgelegen kasteel, voordat het in 1710 naar de kapel werd teruggebracht. Als gevolg van talrijke onverklaarbare genezingen begon men het Mariabeeld in 1710 te onderzoeken. In 1732 verklaarde aartsbisschop Imre Esterházy de Galántha, de primaat-aartsbisschop van Hongarije, dat de genezingen van bovennatuurlijke oorsprong waren.
De paters Paulijnen verwierven in 1733 het mirakelbeeld en begonnen drie jaar later met de bouw van een kerk en een klooster aldaar. In 1748 werd de kerk voltooid en overkapt, gevolgd door de overkapping van het klooster in 1751. Toen de Oostenrijkse keizer Jozef II in 1786 de Orde der Paulijnen ophief, kwam het complex in handen van de staat.
In 1924 vestigden zich een aantal priesters van de Salesianen van Don Bosco in het klooster van Šaštín. Paus Pius XI riep in 1927 Onze Lieve Vrouw uit tot patrones van het Slowaakse volk. Ondanks de geloofsvervolging door de nazi’s en de communisten, bleef de kerk een populair bedevaartsoord. In 1964 verhief paus Paulus VI het godshuis tot basilica minor. De salesianen keerden in 1990 terug naar het belendende klooster.