Je zit stampvol van het avondeten, maar of je nog een toetje lust? Ja, hoor! Hoe komt het dat je na het eten zin krijgt in zoetigheid? En…waarom heb je altijd plek voor een toetje?

Zin in zoet na het eten

Je hebt je bord pasta nog niet op, of je verheugt je al op de koekjes die je straks vanaf de bank gaat eten. Waarom krijg je na het avondeten altijd zin in zoete snacks?

De grootste boosdoener is jouw bloedsuikerspiegel. Ook kan je na het eten zoete trek krijgen door gewenning. Neem je altijd een toetje na het eten? Dan associeert je brein een maaltijd met een zoete afsluiter, waardoor je vanzelf zin krijgt in iets zoets. 


Toetjesmaag

Na het avondeten zit je bomvol, maar als er een toetje aankomt, heb je tóch nog een plekje over. Waarom heb je altijd ruimte voor een dessert?

First things first: een ‘toetjesmaag’ bestaat niet. De uitdrukking slaat op het gevoel dat je altijd nog een toetje kunt eten. Er zit niet letterlijk een apart plekje in je maag, waar nog een toetje in past.

Wél kan je maagwand zich ontspannen wanneer je iets zoets ziet. Zo bereidt de maag zich voor op suikerrijk eten, en voel jij je minder vol. Daardoor kun je dus alsnog ruimte hebben voor iets zoets, terwijl je eigenlijk vol zat. 


Sensorische verzadiging

Dat je altijd ruimte lijkt te hebben voor een toetje, heeft ook te maken met sensorische verzadiging. Hoe zit dat?

Tijdens het eten raak je verzadigd (lees: vol) door sensorische kenmerken, zoals smaak, geur en textuur. Eet je één soort voedsel, zoals hartig eten? Dan gaat dat eten je op een gegeven moment een beetje vervelen. Bij iedere hap pasta krijg je dezelfde smaak, geur en textuur binnen, en die worden dan een beetje saai. Je brein krijgt dan een seintje dat je vol zit.

Maar dán komt het toetje, en dat (zoete) toetje heeft andere sensorische kenmerken. Kortom: je hebt wel nog ruimte voor het toetje, omdat die een andere smaak, geur en textuur heeft. En daar maakt je maag met liefde nog wat plek voor!