Stephan Sanders bezoekt voor het eerst het Vaticaan
Schrijver en columnist Stephan Sanders geloofde al decennia niet meer. Weliswaar katholiek opgevoed, wilde hij eenmaal volwassen, niets meer met kerk en het Vaticaan te maken hebben. Het Vaticaan stond symbool voor alles waar hij tegen was: geslotenheid, conservatisme en homofobie. Twee keer bezocht hij Rome, maar hij meed bewust het Sint Pietersplein.
In 2016, rond het overlijden van zijn adoptiemoeder Miep, merkte Sanders dat hij ernaar verlangde om weer ‘ter kerke’ te gaan. Hij bad hardop tot God of Miep mocht blijven leven. Hij zette uiteindelijk een stap die voor de jonge Stephan ondenkbaar was geweest: na veertig jaar keerde hij weer terug naar het katholieke geloof van zijn jeugd.
Als lid van het intellectuele deel van de Amsterdamse grachtengordel viel dat niet mee. Geloven paste niet in zijn zelfbeeld. ‘Als iemand me vroeg ben je gelovig, zei ik nee, een beetje agressief. Ik durfde niet te bekennen dat bidden voor mij een hele natuurlijke houding is.’ Sanders vond het zelfs moeilijker om als gelovige ‘uit de kast te komen’ dan als homo. Hij schreef een boek over zijn terugkeer in de kerk: ‘Godschaamte’. Nu gaat hij elke zondag naar de Nicolaasbasiliek in Amsterdam.
Samen met presentator Wilfred Kemp bezoekt Sanders met Pasen voor het eerst in zijn leven het Vaticaan en de Sint Pieter. Tegen de achtergrond van de Eeuwige Stad spreken ze over het leven. Hoe kijkt Sanders terug op de geloofsweg die hij heeft afgelegd? Wat vindt hij in de katholieke kerk? Is het voor hem een probleem dat homo’s er nog altijd niet volledig worden geaccepteerd? En vanwaar zijn fascinatie voor Maria?