Bijna nergens welkom

Hospice Kuria werd in 1992 opgericht door een aantal reformatorische kerken. Zij wilden een plek bieden aan jonge mannen die getroffen werden door de aidsepidemie en bijna nergens welkom waren. In Oud-Zuid vonden ze een pand waar 5 kamers werden ingericht voor mensen met een ongeneeslijke ziekte. 

Laatste periode van hun leven

Sindsdien is Kuria gegroeid en heeft het hospice nu 10 kamers. Elke bewoner mag zijn of haar kamer inrichten met persoonlijke spullen, zodat ze zich in de laatste periode van hun leven hier thuis kunnen voelen. Ook zijn er meerdere huiskamers aanwezig waar de familieleden van de bewoners samen kunnen komen. 

Vrijwilligers

Bij Kuria wordt gehandeld vanuit het perspectief dat iedereen door God is gemaakt en dat daarom ook elk leven waardevol is. Het hospice is dus voor iedereen. Naast de fysieke zorg, bied Kuria ook zorg op sociaal gebied. Deze zorg wordt geboden door een grote groep vrijwilligers. Tsjerk Dijkstra is daar een van. Voor hem is het zorgen voor mensen een manier om zijn liefde voor God te uiten. Ook krijgt hij veel terug voor zijn werk. ‘Je leert heel veel van hoe mensen omgaan met de laatste periode van hun leven. Ik ben ook veel minder bang voor de dood geworden,’ vertelt hij.

Buddy

Naast de zorg voor de bewoners, zijn er ook vrijwilligers die zich inzetten als buddy. Dit zijn vrijwilligers die een luisterend oor bieden aan iemand die ernstig ziek is, maar geen bewoner is van het hospice. Samen kunnen ze ook allerlei dingen ondernemen, zoals wandelen of een kopje koffiedrinken op een terras.

Petrus in het land in Amsterdam is te zien op 28 december om 17.10 uur bij KRO-NCRV op NPO 2.