De roofhandel van Joods vastgoed tijdens de Tweede Wereldoorlog wordt door 73 Nederlandse gemeenten onderzocht. Daarvan hebben 15 gemeenten het onderzoek afgerond. Nog eens 21 gemeenten zeggen zo’n onafhankelijk onderzoek te overwegen. Dat blijkt uit een rondgang van onderzoeksplatform Pointer onder gemeenten die in de zogeheten Verkaufsbücher staan, de registratie van deze roofhandel. Opvallend is dat 35 gemeenten aangeven helemaal geen onderzoek te gaan doen, terwijl er wel transacties in hun gemeente hebben plaatsgevonden.

Verkaufsbücher

In de Verkaufsbücher (de vastgoedboeken) staan ruim 7.000 transacties in 224 gemeenten beschreven. Deze woningen en stukken grond werden door de Duitse bezetter afgepakt van de Joodse eigenaren, en vervolgens doorverkocht. Van de winst werden anti-Joodse maatregelen gefinancierd, zoals kamp Westerbork en treintransport naar andere kampen. Pointer doet sinds april vorig jaar onderzoek naar deze transacties om te achterhalen of gemeenten nog iets recht te zetten hebben. Dat was voor veel gemeenten reden om te onderzoeken wat hun rol is geweest.

In de Vastgoedboeken staan 25 gemeenten die zelf geroofde Joodse panden of grond hebben gekocht. Daarnaast werd in enkele gemeenten na de bevrijding achterstallige belasting gevraagd aan de Joodse terugkeerders. Ook zijn gevallen bekend waarin gemeenten het rechtsherstel hebben gefrustreerd, of weinig coulant waren voor hun Joodse inwoners.

Meer gemeenten doen onderzoek

Uit de rondgang van Pointer blijkt dat 73 gemeenten een onderzoek hebben lopen, of al hebben afgerond naar hun rol in de Vastgoedboeken-transacties. Nog eens 21 gemeenten zeggen dat te overwegen. Op de website van Pointer is te zien welke gemeenten onderzoek (gaan) doen. Daarnaast zijn er 95 gemeenten die niet hebben laten weten wat hun positie is. 35 gemeenten zeggen dat zij geen onderzoek gaan doen, terwijl er transacties in hun gemeente hebben plaatsgevonden.

‘Niet opnieuw wegkijken’

Dat 35 gemeenten niets van zo’n onderzoek willen weten is ‘jammerlijk en heel kwalijk’, vindt Ronny Naftaniel, voorzitter van het Centraal Joods Overleg (CJO). “Ze hebben in de oorlog al genoeg weggekeken. Laten we nu niet opnieuw wegkijken voor het leed dat is opgestapeld aan het toch al bestaande leed dat mensen toen hadden.”

Geen onderzoek

Deze gemeenten halen verschillende redenen aan om geen onderzoek in te stellen. Ze hebben nog nooit van deze kwestie gehoord, zien geen noodzaak om onderzoek te doen, of ze hebben in het regionale archief gezocht en niets gevonden. De gemeente Nieuwkoop, waar twee transacties hebben plaatsgevonden volgens de Verkaufsbücher, reageert: “Wij hebben momenteel niet de indruk dat tijdens WO II in onze relatief kleine kernen Joods vastgoed is onteigend of verkocht.”

Naftaniel wijst op het belang van onafhankelijk onderzoek. Voor gemeenten is het nu nog te eenvoudig om na een snelle zoekopdracht in het gemeentelijke archief te zeggen dat er rechtsherstel heeft plaatsgevonden. ”Je kan niet van het regionaal archief verwachten dat alles daar in staat. Er zijn tal van andere bronnen die je onder de loep moet nemen als je echt wil zien wat er is gebeurd.”

Mee helpen om gemeenten te activeren

Pointer roept haar kijkers op om mee te helpen gemeenten te activeren om onderzoek te gaan doen, onder meer door middel van een brievengenerator waarmee kijkers brieven kunnen maken die ze naar hun gemeente kunnen sturen.

Pointer, dinsdag 16 november om 21.05 uur bij KRO-NCRV op NPO 2.