Als je de bovenstaande video bekijkt, wordt één ding duidelijk: er bestaat geen handleiding voor feminisme. Gelukkig valt er een hoop te leren van de discussie tussen Gannon en Berdorf. Voor ons sprongen er drie gespreksonderwerpen uit. We zetten ze even voor je op een rijtje.

1. Feminisme is te personaliseren

De bottom line is: feminisme is het idee dat mannen en vrouwen gelijk aan elkaar zijn. De een is niet de baas over de ander en ze hebben beide dezelfde kansen in het leven. Zo ver was je vast al wel. Maar zouden alle feministen de carrièreladder zo hoog mogelijk moeten beklimmen? Of het feminisme moeten verdedigen op Twitter? Daar is niet iedereen het over eens.

Volgens Gannon en Berdorf kan feminisme voor iedereen een net even iets andere invulling krijgen. Voor Gannon betekent feminisme dat vrouwen dezelfde kansen moeten krijgen als mannen, maar niet dat je als vrouw per se aan de top hoeft te komen. Gannon: “Niet alle vrouwen willen directeur worden, maar ze moeten wel de kans hebben dit kunnen worden als ze het ambiëren.”

Bergdorf trekt dit door naar feministisch activisme. Ze stelt dat je prima feminist kunt zijn zonder direct de barricades op te springen. “Het hangt  af van je persoonlijkheid, niemand moet onder druk gezet worden om activist te worden als dat niet bij die persoon past,” zegt ze. “Maar als het wel bij je past, dan zou ik er zeker voor gaan.”

Gannon voegt er later in de video aan toe: “Feminisme is eigenlijk een soort een lappendeken waar iedereen zijn steentje aan bijdraagt, of het nu heel groot is of heel klein.” Om een ‘goede feminist’ te zijn hoef je dus geen activist te worden of persoonlijk het glazen plafond te doorbreken.

2. Je mag nog steeds een man om hulp vragen

En ken je de ‘feminist guilt’? Oftewel: je schuldig voelen over de ‘niet zo feministische dingen’ die je soms doet. Gannon: “Ik raakte laatst helemaal in paniek omdat ik een spin zag - ik háát spinnen - en ik vroeg mijn vriend om hem weg te halen. ‘Ben ik nu nog feminist?,’bedacht ik me toen.”

Als voorbeeld haalt Gannon de column aan van Bridget Minamore uit The Guardian ‘Can you be a feminist and …?’ In dit column wordt bijvoorbeeld de vraag gesteld: kan je tegelijkertijd feminist én sekswerker zijn? Voortbordurend daarop geeft Gannon toe dat ze zich wel eens heeft afgevraagd of ze feminist kan zijn en roze kan dragen, of make-up. De twee vrouwen  worden het erover eens dat het antwoord op zulke vragen bijna altijd ‘ja’ is. Je hoeft je niet te conformeren aan het stereotype dat heerst over ‘een feminist’, je bent vrij om te kiezen waar jij je goed bij voelt. Dat is namelijk juist waar het voor een groot deel om gaat.

3. Mannen mogen mee doen!

Het laatste dat ons opviel, was de rol van mannen in het feminisme. “Ik ken veel goede mannen, die net als een feminist denken, maar die niet weten wat feminisme inhoudt,” zegt Gannon. “Ze vinden het vaak wat agressief klinken.” Veel mannen weten volgens de vrouwen niet dat feminisme betekent dat je voor gelijkheid bent tussen mannen en vrouwen (in plaats van dat je een mannenhater bent).  

Wat goed zou zijn is als mannen niet langer ontkennen dat ze ook een rol hebben in het feminisme, vindt Bergdorf. Uiteindelijk is gelijkheid namelijk iets wat ons allemaal aangaat en wat aan hebben. Gannon doet de oproep om als vrouwelijke feminist zelf mannen meer te betrekken. “Feministische groepen zijn nog steeds vrouwenclubs. Ik kan het de mannen niet kwalijk nemen dat ze zich soms buitengesloten voelen.”

Feminisme is er dus in alle vormen en maten, je kan er zo actief mee bezig zijn als je zelf wilt. We hopen dat deze tips je zullen helpen om uit te vogelen wat voor feminist jij nu eigenlijk bent. En ondertussen doen wij ons best om je goed geïnformeerd te houden!