In de tweede aflevering van The Biohack Project maken de vijf deelnemers kennis met pijn en verzuring. Maar hoe gaan ze om met een situatie die niet helemaal het beste met ze voor heeft: open zee?
Reacties van de deelnemers
Rick Paul: 'Open zee is mijn grootste angst, dus ik maak me zorgen. Ik zwem tot waar ik kan lopen. De diepte vind ik eng, de onberekenbaarheid van de zee, het feit dat ik kan verdrinken, dat een grote vis me opslokt. Het zijn irreële angsten, maar ze zijn er wel. Ik zie Monic het water in springen en bovenkomen met een gelukzalige glimlach. Dus ik denk: 'ik ga.' Ik voel meteen in mijn fantasie die leegte onder me. Het is een grote mentale strijd in mezelf. Ik weet dat ik het fysiek kan. Dus toen de paniek een beetje weg was, dacht ik: 'ik kan dit gewoon.''
Lize: 'Ik was al een soort zeeleeuw om me heen aan het kijken naar bootjes. Ik wilde eruit. Maar ik dacht: 'nee, rustig, ademen. Ik zie een bootje waar cameramensen op zitten en ik moest me even vasthouden. Ik moest even bijkomen. Ik dacht dat ik ging stoppen, maar iets in mijn hoofd zegt: 'nee joh, ga gewoon door, ook al ben ik misselijk. Ik heb het gehaald.'
Défano: 'Die golven komen vrij hoog. Je zwemt en je komt gewoon niet vooruit. En dat is het mentale stukje. Hoe lang het gaat duren en of ik ooit aankom, weet ik niet. Je gaat steeds kopje onder. Water in je mond, water in je keel. Je hebt eigenlijk de hele reis naar het strand pijn. Ik dacht: 'kan ik wel zwemmen?' Ik heb A, B en C. Dus toen ik het gehaald had, was ik juist cool.'
Monic: 'Ik vond het lekker. Ik ben blij dat ik het gehaald heb. Het is volgens mij nog best wel snel gegaan.'
Sjinkie: 'Doordat ik in het koude water spring, verstijft mijn lichaam een beetje, waardoor ik een paar tellen tot rust moet komen. Eenmaal op het strand, vond ik het ver. Ik zwom dapper met mijn schoolslagje. In het water heb je niet het idee dat je op kunt geven. Want als je opgeeft, ga je onder.'