München, 20 januari 2022 - Joseph Ratzinger heeft als aartsbisschop van München en Freising (1977-1988) in vier kindermisbruikzaken nagelaten adequaat in te grijpen. Dat stelt advocatenkantoor Westpfahl Spilker Wastl na onderzoek te hebben verricht naar misbruik in het Beierse aartsbisdom.
Kardinaal Ratzinger zat vanaf 1981 in Rome, waar hij prefect was van de Congregatie voor de Geloofsleer. In 2005 werd hij paus Benedictus XVI.
Verder is vandaag bekendgemaakt dat er in het aartsdiocees München-Freising tussen 1945 en 2019 zeker 497 slachtoffers van seksueel misbruik door geestelijken zijn geweest. De slachtoffers waren vooral minderjarige jongens. Volgens de onderzoekers is een groot aantal zaken nooit gemeld. Het misbruik zou zijn begaan door minstens 235 daders, 173 van hen waren priesters en negen diaken. De huidige aartsbisschop, kardinaal Reinhard Marx, zou ook zeker twee misbruikzaken hebben veronachtzaamd.
Pausbiograaf Peter Seewald heeft emeritus paus Benedictus XVI verdedigd tegen de beschuldigingen. In het specifieke geval van de Essense priester Peter H., is er “geen enkel bewijs dat Ratzinger erbij betrokken was”, zei Seewald vanochtend tegenover de ARD.
H., priester van het bisdom Essen, heeft in ten minste vier plaatsen in Noordrijn-Westfalen en Opper-Beieren minderjarigen misbruikt. Tot nu toe hebben ongeveer 30 slachtoffers zich gemeld. Begin 1980 kwam hij naar het aartsbisdom van München, waar hij therapie zou volgen. De kerk zag af van het indienen van een aanklacht of het instellen van een eigen strafrechtelijke procedure, volgens berichten in de media ook met instemming van de ouders van de misbruikten. Kort na zijn overplaatsing werkte H. tot 2010 weer in het pastoraat.
In 2020 keerde H. terug naar het bisdom Essen, waar hij nu in afzondering en onder toezicht leeft.
Volgens Seewald was de toenmalige aartsbisschop Ratzinger niet betrokken bij de toelating van H. tot de therapie, en ook niet bij diens herbenoeming tot pastor.