Managua, 30 juni 2022 - Het Nicaraguaanse Ministerie van Binnenlandse Zaken heeft onlangs de opheffing bevolen van 101 ngo’s, waaronder de Missionarissen van Naastenliefde, de door Sint-Teresa van Calcutta gestichte congregatie die zich inzet voor de allerarmsten.

Het bevel om de 101 ngo’s uit te schakelen komt overeen met een wetsvoorstel van de Sandinistische parlementariër Filiberto Rodríguez die op 22 juni aan de Nationale Assemblee werd voorgelegd.

In het door Rodríguez ingediende document staat dat de Missionarissen van Naastenliefde “niet hebben voldaan aan hun verplichtingen” volgens de wet die de activiteiten van ngo’s reguleert ter bestrijding van het witwassen van zwart geld, de financiering van terrorisme en de proliferatie van massavernietigingswapens.

De Missionarissen van Naastenliefde bieden onder meer remedial teaching (onderwijs aan moeilijk lerenden) aan minderjarigen in risicosituaties en runnen een crèche voor arme kinderen, meestal kinderen van alleenstaande moeders en straatverkopers.

De Nationale Assemblee moet het besluit echter nog goedkeuren. De Sandinistische partij van president Daniel Ortega, het Nationaal Bevrijdingsfront, heeft echter 75 van de 90 zetels in handen, zodat het voorstel bijna zeker zal worden goedgekeurd.

Volgens de regering-Ortega heeft de religieuze congregatie van Moeder Teresa van het Ministerie van Gezinszaken geen vergunning gekregen voor het runnen van kinderdagverblijven en tehuizen voor meisjes en ouderen. Ook hebben de zusters van het Ministerie van Onderwijs geen licentie gekregen om remedial teaching te praktiseren. Bovendien zou er iets mankeren aan hun financiële verklaringen die ter controle aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken zijn overlegd, aldus het bewind. 

De ‘Asociación Misioneras de la Caridad’ in Nicaragua werd opgericht op 16 augustus 1988 en geopend na het bezoek van Moeder Teresa aan het Midden-Amerikaanse land tijdens de eerste ambtstermijn van Daniel Ortega (1985-1990). Het Sandinistische regime is al aan de macht sinds 1979 toen president Anastasio Somoza ten val werd gebracht. De laatste jaren wordt het bewind steeds antikerkelijker.