01-10-2019

Ruim 130.000 Sefardim hebben in de afgelopen vier jaar een Spaans paspoort aangevraagd. Het gaat om nakomelingen van de joden die in 1492 uit Spanje werden verdreven nadat de herovering door de christenen van het koninkrijk Granada op de Moren de Reconquista van het Iberisch schiereiland voltooide. 

De helft van de 132.226 aanvragen werden in de laatste maand vóór de deadline van 1 oktober ingediend.

De Sefardische joden moesten hun achtergrond kunnen aantonen door middel van hun achternaam, hun taal of een familiestamboom. De meeste aanvragen kwamen uit Zuid-Amerika. 

Spanje voerde de maatregel in, omdat het zegt veel te danken te hebben aan de weggestuurde Sefardim.

In de vijftiende eeuw woonden ongeveer 300.000 joden in Spanje. Toen de Katholieke Koningen (Los Reyos Católicos), oftewel het echtpaar Ferdinand van Aragon en Isabella van Castilië, aan de macht kwamen, dwongen zij alle moslims en joden zich te bekeren tot het christendom of weg te gaan. Veel joden vertrokken daarop naar Portugal, Noord-Afrika, Constantinopel en de Lage Landen. 

‘Sefardisch’ is afgeleid van het Hebreeuwse woord Sefaràd, dat ‘Spanje’ betekent. De taal van de Sefardim is het Ladino, dat verwant is aan het Spaans en veel Hebreeuwse woorden bevat.