De Sri Lankaanse autoriteiten denken dat de lokale radicaal-islamitische groep National Thowheeth Jama'ath (NTJ) op Eerste Paasdag de bloedige bomaanslagen door zeven zelfmoordterroristen heeft laten uitvoeren. Zij kregen mogelijk steun vanuit het buitenland, zegt de regering.

De NTJ is een relatief onbekende groep, die eerder in verband is gebracht met de vernieling van boeddhistische beelden. Een hoge politiefunctionaris zou recentelijk hebben gewaarschuwd dat de organisatie van plan was aanslagen te plegen.

Sri Lanka is van plan internationale hulp te vragen bij het onderzoek. Er zijn aanwijzingen dat de “lokale terroristen” steun kregen van buitenlandse terreurorganisaties, meldt het kantoor van president Maithripala Sirisena.

Sirisena gaat ook een landelijke noodtoestand uitroepen. Die moet maandag om middernacht (20.30 uur onze tijd) van kracht worden. Veiligheidsdiensten krijgen dan meer bevoegdheden om mensen vast te zetten en te verhoren.

De aanslagen hebben het leven gekost aan bijna driehonderd mensen, onder wie tientallen buitenlanders. De autoriteiten hebben inmiddels 24 mensen opgepakt. Zij behoren volgens een bron binnen de politie tot een “extremistische groep”.

De vicevoorzitter van de Moslimraad van Sri Lanka zegt zo'n drie jaar geleden al gewaarschuwd te hebben voor de NTJ. Vanuit die groep zou dodelijk geweld tegen niet-moslims zijn aangemoedigd.

Vicevoorzitter Hilmy Ahamed speelde naar eigen zeggen onder meer namen en gegevens door naar de autoriteiten. “Ze hebben er niets mee gedaan. Dat is de tragedie”, aldus Ahamed in een interview met persbureau Bloomberg.

Ahamed noemt het gedachtegoed van de NTJ “extremistisch”, maar beklemtoonde ook dat niet alle leden geradicaliseerd zijn. Hij stelt dat de organisatie uiteenviel in splintergroepen, omdat individuele leiders los van elkaar zochten naar geldbronnen.

Op Tweede Paasdag werd een bom in de buurt van een kerk in Colombo aangetroffen. Op een andere plek in de stad lagen tientallen ontstekers voor explosieven. Het busje met de bom stond op enkele tientallen meters van St. Anthony's Shrine, die zondag het doelwit was van een aanslag. Experts brachten het voertuig tot ontploffing. De politie maakte ook melding van de vondst van ontstekers voor explosieven op een busstation in de stad. Twaalf detonators lagen op de grond, 75 andere tussen het afval.