Wenen, 17 november 2021 - De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OSCE) heeft gisteren een rapport gepubliceerd waaruit blijkt dat het aantal haatmisdrijven tegen christenen in Europa in 2020 fors is gestegen.
De OSCE is een in 1973 opgerichte organisatie die de samenwerking tussen haar 57 lidstaten op militair, economisch en humanitair gebied wil bevorderen. Een van haar activiteiten is de documentatie van agressie tegen groepen op basis van religie, ras, etniciteit en gender. In totaal werden er vorig jaar 7.181 haatmisdrijven gerapporteerd.
In 2020 werden 980 incidenten tegen christenen gedocumenteerd, waaronder brandstichting in katholieke kerkgebouwen, ontheiliging en diefstal van geconsacreerde hosties, aanvallen op priesters, en anti-katholieke graffiti op kerkelijke eigendommen. In 2019 maakte de OSCE melding van 595 incidenten tegen christenen.
Er was sprake van een aanzienlijke stijging van het aantal aanvallen tegen kerkelijke gebouwen, van 459 in 2019 naar 871 in 2020. Het aantal gewelddaden tegen mensen daalde in dezelfde periode echter van 80 naar 56.
Polen had de meeste gemelde haatmisdrijven tegen christenen met 241 incidenten in 2020, waarvan de meerderheid daden van vandalisme tegen katholieke eigendommen waren die verband hielden met het standpunt van de kerk over abortus.
De OSCE meldt ook 172 incidenten in Duitsland, 159 in Frankrijk, en 113 in Italië. De Heilige Stoel verstrekte aan de OSCE gegevens over meer dan 150 haatmisdrijven tegen christenen in Europa.
Het aantal haatmisdrijven tegen christenen is waarschijnlijk hoger dan wat in de gegevens wordt gemeld, aangezien slechts 11 van de 57 OCSE-lidstaten gegevens hebben verstrekt over haatmisdrijven tegen christenen.
Madeleine Enzlberger, hoofd van het Observatory of Intolerance and Discrimination against Christians (OIDACE) in Wenen, zegt tegenover Catholic News Agency dat in de media en de politiek “haat tegen christenen nauwelijks wordt opgemerkt als een steeds duidelijker maatschappelijk probleem”. Volgens haar is er sprake van een groeiende onverschilligheid jegens het “modieuze bashen van christenen”.