Antwerpen, 18 december 2023 - De Belgische priester Rik Devillé staat bekend om zijn tomeloze inzet voor slachtoffers van seksueel misbruik in de katholieke kerk. Hij begrijpt dat zij over zoveel woede beschikken dat zij die willen uiten richting de daders ook al zijn die overleden. Kerkjurist Rik Torfs vindt dat Devillé met die solidariteit te ver gaat en beschuldigt hem van grafschennis. De oud-rector van de KULeuven zegt over onomstotelijk bewijs te beschikken en overweegt dat aan justitie over te dragen. Devillé ontkent formeel, meldde de Vlaamse krant Het Nieuwsblad onlangs.

“Een moreel dilemma dat me al even bezighoudt. Je bent toevallig op de hoogte van een ernstig misdrijf van iemand die in de samenleving op handen wordt gedragen. Je weet dat spreken je een hoop ellende zal opleveren. Spreek je toch? Of laat je het maar zo uit zelfbescherming?” Aldus Torfs’ bericht van 6 december op X. Er zouden er daarna nog meer volgen, stap voor stap wijzend in de richting van Rik Devillé, de priester die in de documentairereeks Godvergeten zo’n grote rol speelt.

Mogelijk strafbaar feit

Tegenover Het Nieuwsblad maakte Torfs duidelijk waar hij in zijn post op X precies op doelde. De hoogleraar canoniek recht beschuldigt Devillé van grafschennis. “Hij is er heel duidelijk bij betrokken geweest. Ik beschik over onomstotelijke bewijzen en overweeg ermee naar het gerecht te stappen.” Over welke bewijzen het gaat, wilde Torfs niet zeggen. “Ik denk dat het over een strafbaar feit gaat en wil justitie haar werk laten doen.”

Alles draait om een ontmoeting die op 27 november plaatsvond. Torfs had Devillé toen uitgenodigd voor een gesprek. Er was ook een derde persoon aanwezig, maar die wenst anoniem te blijven. “Tijdens dat gesprek heeft Devillé gezegd dat je slachtoffers van seksueel misbruik één-op-één moet begeleiden”, zei Torfs. “En dat je moet ingaan op de wensen van het slachtoffer. Als de persoon in kwestie vindt dat er grafschennis moet gebeuren wanneer de dader overleden is, dan moet dat volgens Devillé kunnen. Het is het verlangen van het slachtoffer dat telt. Uit de context van zijn verhaal blijkt dat hij er heel duidelijk persoonlijk bij betrokken is geweest.”

Woede botvieren

De derde persoon die aanwezig was bij het gesprek vertelt hetzelfde verhaal, aldus Het Nieuwsblad. “Als mensen een graf willen schenden, dan steun je die, zei Devillé”, klinkt het. “Omdat ze zo hun kwaadheid kunnen botvieren. Toen Torfs opwierp dat het om een strafbaar feit gaat, reageerde Devillé dat er mensen zijn bij de meldpunten voor seksueel misbruik die graven schenden op zijn vraag. Hij gaf ons de indruk dat het om een goed uitgewerkt ritueel gaat. Hij noemde het voorbeeld van een reptiel dat op een graf wordt geschilderd. Hij zei ook dat het vaak gebeurt, maar dat de politie nooit een proces-verbaal heeft opgesteld. Of hij het zelf doet, laat ik in het midden.”

Devillé zelf reageerde ontdaan op de beschuldigingen. Hij ontkende dat hij zelf ooit aan grafschennis heeft gedaan of daar anderen toe heeft aangezet. “Ik heb in dat gesprek enkel willen duidelijk maken hoe de vraag bij sommige slachtoffers leeft om graven te schenden”, zei hij tegenover Het Nieuwsblad. “Zij voelen zich zodanig gekwetst en kwaad en zoeken manieren om tot een vorm van herstel te komen wanneer de dader overleden is. Je kan niet zeggen tegen die slachtoffers: Dat mag je niet doen. Je moet zoeken naar positieve manieren om daarmee om te gaan, zonder dat ze effectief aan grafschennis doen.”

Krokodil

Devillé sprak inderdaad over een slachtoffer die voorstelde een krokodil op het graf van een dader te kalken. “Of dat ooit in de praktijk is gebracht, weet ik niet”, zei hij. “Ik hoor wel van therapeuten dat ze al met slachtoffers naar graven zijn geweest en dat dat louterend kan werken. Dat ze dat zelfs al met de overste van een congregatie hebben gedaan. Dat zich daar dan taferelen afspelen die niet zo aangenaam zijn, dat kan je je voorstellen. Huilen. Op de knieën gaan. Flauwvallen. Dat soort dingen. Maar nooit om te bekladden of beschadigen. Wat er precies gebeurt weet ik niet, want ik ben er nog nooit bij geweest.”

Volgens Devillé is de beschuldiging van Torfs een pure verdraaiing van zijn woorden. “Dit is te kwader trouw”, gaf hij aan. “Wanneer een vraag tot grafschennis leeft bij een slachtoffer, probeer ik hen net te helpen om het nooit zo ver te laten komen. Achteraf gezien vraag ik me af waar dat gesprek met Torfs voor diende.”