Vaticaanstad, 25 december 2020 - Paus Franciscus heeft vanaf het middaguur op deze eerste kerstdag zijn kersttoespraak gehouden, waarin hij traditiegetrouw tot Christus bad voor allen die te lijden hebben van het geweld in de diverse brandhaarden in de wereld.
De bisschop van Rome verscheen wederom op het centrale balkon van de façade van de Sint-Pietersbasiliek. Voorafgaande aan zijn toespraak speelden de blaaskapellen de beginmelodie van de Pontificale Hymne en van het Italiaanse volkslied.
Vorig jaar hield hij zijn kersttoespraak vanwege de coronacrisis niet op het balkon maar in de Hal der Zegeningen, boven het voorportaal van de Sint-Pieter.
De Heilige Vader waarschuwde dit jaar voor het gevaar dat we ons afzonderen van anderen in deze tijden van pandemie, en riep op tot dialoog. Dialoog is volgens Franciscus ook het wezen van de Goddelijke Drie-eenheid.
“Ons vermogen om sociale relaties aan te gaan wordt ernstig op de proef gesteld”, zei de paus. “Er is een groeiende tendens om ons af te zonderen.”
Die boodschap trok hij door naar de internationale politiek, waar “het gevaar bestaat de dialoog te vermijden”, terwijl alleen die kan leiden tot de “oplossing van conflicten en tot blijvend voordeel voor ons allemaal”.
Franciscus noemde onder meer de burgeroorlogen in Afghanistan, Syrië, Ethiopië en Jemen. Hij vergeleek het conflict tussen Oekraïne en Rusland met gangreen.
De paus bad verder tot Christus om een einde van de pandemie en sprak de hoop uit dat de armste landen voorzien worden met coronavaccins.
lees de Nederlandse vertaling van de kersttoespraak van de paus
Na zijn toespraak bad de opperherder van de Katholieke Kerk het Maria-gebed ‘Engel des Heren’ (Angelus) en gaf hij de pontificale zegen Urbi et orbi (‘aan de stad Rome en de wereld’), die werd ingeleid door kardinaal Renato Raffaele Martino. Vervolgens bleef Franciscus enkele momenten in stilte op het balkon staan, waarna militairen van de Zwitserse Garde en van diverse onderdelen van de Italiaanse krijgsmacht de pontifex een eresaluut brachten.
Het Sint-Pietersplein was voor de helft gevuld met gelovigen. Velen schuilden onder paraplu’s vanwege regenachtig weer.