De beste vriend van Annemiek Schrijver, Dick Woudenberg, groeide op in een NSB-gezin. In De verwondering podcast duikt Annemiek in haar archief, waar ze een mailwisseling vindt tussen haar en Dick. Een bijzonder gesprek over schaamte, schuld en vergeving.

Foto: NIOD

Annemiek Schrijver leerde haar beste vriend Dick Woudenberg kennen toen hij 81 jaar was en mocht met hem oplopen tot hij op zijn 89e zijn laatste adem uitblies, nu 7 jaar geleden. Hij is één van de meest wijze mensen die Annemiek ooit heeft ontmoet. Hij was een gulle vriend met een zeldzaam luisterend oor. 

Maar Dick heeft zijn hele leven geworsteld met zijn nazi-opvoeding. Hij groeide op in een fanatiek NSB-gezin. Zijn vader en moeder waren dagelijks druk in de weer met ‘de beweging’. Zijn zus en hijzelf waren lid van de Jeugdstorm, de jongerenbeweging van de NSB. Na de lagere school kwam hij terecht op een Duitse elitaire kostschool, waar geselecteerde leerlingen werden opgeleid tot toekomstige leiders in het Germaanse rijk.

 

Onvoorwaardelijke trouw

‘Ik was geneigd tot onvoorwaardelijke trouw aan Adolf Hitler en bereid om elk bevel van mijn superieuren op te volgen’, vertelt Dick. ‘Zou ik ook gemarteld en gemoord hebben? Ik weet het niet. Maar het systeem stond het toe. Groepsdruk was niet gering en ik wilde er absoluut bij blijven horen.’

Beluister de podcast hier:

'En toch is alles goed'

Na de oorlog belandde Dick, toen 16 jaar oud, in een krijgsgevangenenkamp waar hij werd ‘heropgevoed’. Hij werd beroofd van zijn identiteit, zonder enig toekomstperspectief. En niemand was hem nabij. Het was in dat moment dat een stem tot hem sprak en zei: ‘En toch is alles goed’. 

‘Ik verliet Kamp Vught met als enige bezit de kleren die ik aanhad. Daar kwam de teleurstelling bij dat de weg naar het afmaken van mijn school geblokkeerd was. Dat was een harde dreun, maar ik bedacht me dat een aantal jongens die ik goed gekend had op jonge leeftijd gesneuveld was. En niet alleen zij. Een bijna ondraaglijke gedachte, die ik pas later durfde te doorvoelen. Die gedachte hielp me om niet te zeuren, maar de werkelijkheid te aanvaarden.’

Machteloosheid en onvermogen

Na de oorlog kwam Dick Woudenberg terecht in totale verwarring. Stukje bij beetje drongen de verschrikkingen van de oorlog tot hem door. In het begin deed hij het nog af als propaganda, maar al snel bleek dat alles waar was. ‘Het was zo onverdraaglijk, onvoorstelbaar verschrikkend. Machteloosheid en onvermogen hielden me gevangen.’ 

In zijn latere leven ging Dick het verwerkingsproces van zijn jeugd aan. Hij moest de innerlijke conflicten herbeleven om ze op te lossen. Aanvankelijk kreeg hij dat niet voor elkaar, maar meditatie en de troostende werking van muziek bleken van onmisbare hulp. En ook die ene zin ‘En toch is alles goed’, bleef hij tot zijn dood dagelijks herhalen. 

‘We moeten onszelf wakker houden, want het kan weer gebeuren. Hetgeen helaas al blijkt op diverse plaatsen op onze wereld. Laten we bidden dat jij of je kinderen dan niet bij de slachtoffers horen. Laten we onze kinderen zo opvoeden dat ze niet bij de daders behoren. Opdat wij niet vergeten.’ 

Op de hoogte blijven van De verwondering?

Schrijf je dan in voor de KRO-NCRV inspiratienieuwsbrief

Annemiek Schrijver