Brussel, 21 februari 2022 – In Vlaanderen is op 18 februari de 17de editie van de jaarlijkse Week tegen Pesten van start gegaan. De rooms-katholieke bisschoppen van Vlaanderen laten vandaag weten dat zij deze campagne van harte ondersteunen. In een kort filmpje vragen ze aandacht voor het hardnekkige fenomeen van pestgedrag en roepen ze de jeugd op om elkaars verschillen te aanvaarden en elkaar vooral de hand te reiken.
VIER STIPPEN
Lang hoefden kardinaal Jozef De Kesel en zijn collega-bisschoppen niet na te denken om een krachtige stip-it-vuist te maken tegen pesten. “In de Bijbel lezen we immers: bemin uw naaste als uzelf. Dat betekent zoveel als: heb respect voor elkaar en doe een ander geen onrecht aan. Woorden die niets aan betekenis hebben ingeboet en die we kinderen en jongeren op het hart moeten drukken”, zegt de aartsbisschop van Mechelen-Brussel.
Bisschop Johan Bonny van Antwerpen beklemtoont dat een persoon die pest daardoor die groter of stoerder wordt. “Integendeel. Het is vaak een uitlaatklep voor wie een makkelijke zondebok zoekt. Iedereen is dan wel anders, iedereen verdient het om er ook écht bij te horen.’
Voor bisschop Lode Aerts van Brugge begint pesten bij de manier waarop kinderen en jongeren over elkaar praten en denken. “Durf jezelf de vraag te stellen: kan je dat op een respectvolle manier doen zodat niemand zich uitgesloten voelt?” Dat respect begint op de eerste plaats bij jezelf, vindt ook de Brusselse hulpbisschop Jean Kockerols. “Beledig of kwets je vrienden en klasgenoten niet en wees mild voor elkaar. Sluit niet uit, maar leer van elkaars verschillen en beschouw ze als een verrijking.”
De Vlaamse bisschoppen zeggen te beseffen dat wie pestgedrag wil keren, over veel moed en mentale veerkracht moet beschikken. “Als je buitenspel staat of in een hoek gedreven wordt, beschik je als slachtoffer niet altijd over de kracht om je tegen je pesters te verzetten”, stelt bisschop Patrick Hoogmartens van Hasselt.
Bisschop Lode van Hecke van Gent roept het publiek op om mee te doen met de actie om vier stippen om de hand te plaatsen. Die stippen staan voor: 1) ik vind pesten niet oké en zal er nooit aan meedoen; 2) ik praat erover als pesten mij bang of verdrietig maakt; 3) ik sluit niemand uit, voor mij hoort iedereen erbij; 4) ik zal altijd proberen op te komen voor iemand die gepest wordt.
Kinderen die gepest worden moeten beseffen dat ze er niet alleen voor staan. “Bij je ouders, leerkrachten, klasgenoten en goede vrienden, maar ook bij God kan je altijd terecht, ook als je moe en radeloos bent”, benadrukt Koen Vanhoutte, hulpbisschop voor Vlaams-Brabant en Mechelen.