23-11-2019
Na zijn vertrek uit Thailand reist paus Franciscus door naar Japan. In 2010, toen hij nog aartsbisschop van Buenos Aires was, zei hij in een interview dat hij bij de Sociëteit van Jezus was ingetreden wegens “het imago van vooruitgeschoven troepenmacht van de Kerk, met de daarbij horende gehoorzaamheid en discipline, om het in militaire termen te zeggen”. Heel graag was Jorge Bergoglio als missionaris van de orde naar Japan gegaan, maar hij kreeg vanwege zijn longaandoening geen toestemming. Maar het Land van de Rijzende Zon bleef een bijzondere aantrekkingskracht op hem uitoefenen. Als bisschop zond hij een aantal Argentijnse priesters naar Japan om daar te assisteren bij de evangelisatie en later bezocht Bergoglio het land ook zelf. Maar nu staat hij op het punt om als Opvolger van Petrus voet op Japanse bodem te zetten.
Wie ook al vroeg het verlangen voelde in Japan te evangeliseren, is niemand minder dan de onlangs tot Theoloog des Vaderlands uitgeroepen dominee Samuel Lee. “Toen ik erachter kwam dat ook Franciscus door Japan is gefascineerd, hou ik helemaal veel van hem”, zegt pinksterpastor Samuel Lee tegenover KRO-NCRV.
Katholieke geloof verboden
Evenals Jorge Bergoglio vroeg Samuel Lee zich af waarom het christelijk geloof niet aanslaat in Japan, terwijl het dat in Zuid-Korea wel doet. Als afgestudeerd Leids socioloog besloot pastor Lee, voorganger van een pinkstergemeente in Amsterdam-Zuidoost, deze kwestie wetenschappelijk te onderzoeken. In 2013 promoveerde hij aan de VU op zijn dissertatie The Japanese and Christianity – A Complex Relation. De door hem opgerichte Foundation Academy of Amsterdam gaf een handelseditie daarvan uit. Die heeft als ondertitel: Why Is Christianity Not Widely Believed in Japan? In zijn boek somt de auteur een veelvoud van mogelijke redenen op, onderscheiden in historische, werereldbeschouwelijke, theologische, missiologische, sociale en politieke factoren.
Wat de historische factoren betreft, is het belangrijk te melden dat Francisco Jasso Azpilicueta Atondo y Aznarez uit Javier (Navarra), beter bekend als Sint-Franciscus Xaverius, de eerste missionaris was die in Japan arriveerde. Hij behoorde samen met Ignatius van Loyola tot de allereerste leden van de Sociëteit van Jezus, de latere jezuïetenorde. Francisco Javier en zijn medebroeders legden de basis van de katholieke kerk van Japan. Eind jaren zeventig van de 16de eeuw waren er in Japan al 130.000 bekeerlingen. In 1597 brak een eerste vervolging uit, waarbij 26 christenen werden gekruisigd, onder wie de in Japan geboren jezuïet Paulo Miki. Desondanks verspreidde het christendom zich. Daar kwam verandering in toen generaal Toyotomi Hideyoshi, die de verschillende machten van Japan had verenigd, de Europese missionarissen ervan verdacht een invasie van Spaanse en Portugese troepen voor te bereiden. In 1614 besloot het Tokugawa-shogunaat tot een verbod van de katholieke godsdienst. Vijfentwintig jaar later werden alle Europese missionarissen verbannen en de Japanse bekeerlingen op gruwelijke wijze om het leven gebracht. De handel met westerse mogendheden werd stopgezet, behalve met de VOC, die alleen vanaf het eilandje Deshima in de haven van Nagasaki handel mochten drijven.
“Tegelijkertijd was er in Europa veel gaande: de reformatie en de opstand in de Nederlanden tegen Spanje. Deze spanningen zetten zich voort in Japan. Terwijl de Portugezen en Spanjaarden de katholieke shogunaten van Japan steunden met wapens, leverde de VOC wapens en andere Hollandse producten aan de niet-christelijke shogunaten. De Hollanders hadden de Japanse autoriteiten ervan weten te overtuigen enkel commerciële en geen godsdienstige belangen te hebben. Zij hadden de sympathie van Tokugawa Ieyasu, die net als hij tegen de katholieke missionarissen waren. Het is triest maar de Hollanders zouden wapens, kanonnen en buskruit hebben geleverd om de katholieke dorpen en gemeenschappen te bestrijden”, zegt dr. Lee.
“Er kwam een verbod op het belijden van de christelijke godsdienst. Op dit moment ben ik een boek aan het schrijven over de rol van de Japanse christelijke vrouwen in die tijd. Vrouwen die door jezuïeten waren getraind, bleken in staat om op hoog niveau te debatteren met boeddhistische monniken. Geweldig. Deze vrouwen hebben daar echter tijdens de vervolging een hoge prijs voor moeten betalen.”
Kirishitan
Door het verbod gingen de christenen ondergronds. Later zijn deze gelovigen de Kakure Kirishitan(‘Verborgen Christenen) genoemd. Ongeveer tweeëneenhalve eeuw hielden zij het christelijk geloof in het uiterste geheim en zonder de hulp van priesters in stand. In 1854 sloot het Tokugawa-shogunaat in 1854 een vredesverdrag met de Verenigde Staten. Daarmee stelde Japan zich weer open voor buitenlanders, zowel economisch als cultureel en religieus. In 1865 zette de Franse priester Thadée Bernard Petitjean als eerste katholieke missionaris sinds de 17deeeuw voet op Japanse bodem. Stomverbaasd maakte hij kennis van de Kakure Kirishitan. In hun geïsoleerde bestaan hadden zij een eigen vorm van christendom gecreëerd. De meeste van hen sloten zich aan bij de Katholieke Kerk. Maar een andere groep ging op eigen houtje door. Zij werden de Hanare Kirishitan (‘Afgescheiden Christenen’) genoemd; uiteindelijk zijn ze uitgestorven.
In 1867 droeg het Tokugawa-shogunaat de macht over aan de Japanse keizer (de zogenoemde Meji-Restauratie). Geleidelijk aan werden meer westerse missionarissen en zendelingen welkom geheten. De paus besloot een eigen Japanse hiërarchie in het leven te roepen. “Wist je dat de stad Nagasaki het Rome van Japan werd genoemd? Daar was een bloeiende katholieke gemeenschap. De Amerikanen maakten daar met de atoombom een einde aan. Er zijn toen in één klap meer Japanse katholieken gedood dan alle martelaren in 250 jaar bij elkaar’, vertelt dominee Lee.
Ondanks alle missionaire inspanningen groeide het christendom amper in het moderne Japan. Momenteel is slechts 1,5 procent van de 127 miljoen Japanners christen. Hoe kan dat? Het is alsof Japan een allergie heeft voor het evangelie. Lee: “Zoals uit mijn proefschrift al blijkt, is dit een uiterst complexe kwestie. Maar we zouden kunnen zeggen dat de Japanse cultuur geen vaste religieuze identiteiten verdraagt. Dus als een Japanner bijvoorbeeld een christelijk huwelijk zou sluiten, dan wil dat niet zeggen dat zijn beleving daarvan strikt christelijk is. Het staat haaks op de Japanse cultuur om te zeggen: dit is het ware geloof. Hij is tegelijkertijd shintoïst, boeddhist, confucianist, en tegelijkertijd is hij dat niet. Ik zeg weleens: de Japanners zijn al sinds de 8ste eeuw postmodern.”
Dainichi of Deusu
Maar hoe moet je dan het geloof daar verkondigen? Pastor Lee wijst op een van zijn grote voorbeelden: Uchimura Kanzō (1861-1930), theoloog, predikant en voorman van de Non-Church Movement. Uchimura geloofde dat het christendom alleen in Japan kan worden geaccepteerd als het geworteld is in de Japanse cultuur en niet via de westerse cultuur. Hij was ook niet een voorstander van georganiseerde kerkstructuren. Uchimura beweerde dat sommige aspecten van boeddhisme en shintoïsme als een opening kunnen worden gebruikt bij het prediken van het evangelie. Helaas beschouwden de westerse zendelingen dit soort gedachtegoed als syncretisme, het versmelten van elementen uit verschillende godsdiensten.
De nieuwe Theoloog des Vaderlands wijst vervolgens op de missiologische oorzaak van het geringe succes van de evangelisatie in Japan. “De missie ging teveel gepaard met politiek. En daarbij had men ook te weinig oog voor de culturele context. Aanvankelijk gebruikten de jezuïeten de benaming Dainichi Nyorai, wat ‘grote zon Boeddha’ betekent, voor God. Maar daar kwamen ze later op terug. Dainichi was toen ineens de naam van de duivel. Voortaan moesten de christenen voor God het woord Deusu gebruiken, afkomstig van het Latijnse deus. Maar ja, dat was van oorsprong ook heidens, evenals het Griekse theós en het Sanskritische dhiṣā. Uchimura pleitte er dus heel sterk voor het christelijk geloof te laten wortelen in de eigen Japanse cultuur in plaats van een Japanse versie te maken van het westers christendom. Maar hij was een uitzondering.”
Atoombom
Na de Tweede Wereldoorlog lanceerden Amerikaanse zendingsgezelschappen evangelisatiecampagnes in Japan. “Generaal MacArthur wilde zelfs de keizer bekeren. Er werden tienduizenden zendelingen op typisch Amerikaanse wijze aan het werk gezet. Dus je hebt twee atoombommen op het land gegooid, je vernietigt het inheemse erfgoed, je verspreidt tien miljoen bijbels en je zegt: bekeer je tot Jezus. Forget it! Het is dus niet zo gek dat Japanners het christendom als de religie van het kwaad zijn gaan zien. Tegelijkertijd lukte de zending in Korea wel. Waarom? Omdat daar het christendom de religie van de bevrijders was.”
Terug naar Jorge Bergoglio. “Ik heb iets emotioneels met deze paus. Net als hij wou ik ook het evangelie in Japan brengen. Maar voordat ik dat van hem wist, vond ik hem al geweldig. Want hij zet zich in voor armen, bevrijding en inclusiviteit. Net als hij was ik ook voeten. Niet om mij op de borst te kloppen, maar dat doe ik in onze gemeente al 25 jaar. En dat doe ik niet alleen bij het avondmaal, maar telkens als ik mij hoogmoedig voel. Theoloog des Vaderlands? Mooie titel, hoor, maar ik ga wel voeten wassen, want dat breekt mij. Maar met deze paus heb ik iets. Ik heb veel respect voor hem. Persoonlijk hou ik niet van religies waar een heel systeem achter zit en waar veel rijkdom is. Maar ik begrijp wel dat dit in de Katholieke Kerk zo is gegroeid. Maar deze paus blijft mij boeien. Hij is een voorbeeld. Net als trouwens Johannes Paulus II. Nu Franciscus naar Japan reist, is het net of dat mijn geest met hem meegaat. Ik vind dat zo mooi. Ik hoop dat dit pausbezoek Japan goed doet, dat het verzoening brengt. En ik hoop dat hij vergeving vraagt voor de slechte dingen die christenen er gedaan hebben. Dat hij fouten die zijn gemaakt, bij de naam noemt. Als hij dat doet, zal dat in Japan veel indruk maken, verwacht ik. Ik hoop ook dat hij de rol van de dappere katholieke vrouwen kan noemen en erkennen. Vrouwen in Japan hebben onze steun erg nodig. Japanse christenen, zowel katholieke als protestante, zijn grotendeels vrouwen. Een dergelijke erkenning door de paus van de Japanse vrouwen die een grote prijs hebben betaald voor hun geloof, zou erg bemoedigend zijn. Denk bijvoorbeeld aan Satoko Kitahara [1929-1958, red]. Haar noem ik de Moeder Teresa van Japan”, zegt Samuel Lee. “Wat zou ik graag naast paus Franciscus willen zitten. Ik zou mijn boek heel graag aan hem cadeau willen doen, maar ik weet niet hoe.”
Christian van der Heijden