Rome, 5 oktober 2024 – Onlangs zat paus Franciscus te bidden bij de cathedra die volgens de overlevering gebruikt zou zijn door de apostel Petrus, van wie de pausen de opvolgers zijn als hoofd van de Kerk van Rome. Deze houten stoel werd recentelijk uit Bernini’s grote barokke monument boven het altaar van de apsis van de Sint-Pietersbasiliek gehaald. Opvallend zijn de achttien ivoren panelen met daarop onder meer afbeeldingen van de heldendaden van de mythische figuur Hercules.
Wat doet Heracles – de Romeinse naam van de Griekse godenzoon Herakles – op een christelijk artefact, dat ook nog eens wordt vereerd als Petrusreliek? Dat lijkt raar, maar het zegt iets over de complexe wisselwerking tussen heidense en christelijke symboliek tijdens de overgang van de heidense cultuur van het Romeinse Rijk naar het christendom.
In het heidense Rome waren er meer dan twaalf tempels waarin Hercules als een god werd aanbeden. Hoewel de vroege kerk die godendienst verwierp, gebruikte zij de mythologische beeldtaal om de christelijke boodschap over te brengen.
Hercules was een held die bekend stond om zijn immense kracht en morele weerstand, die hij manifesteerde in de Twaalf Werken. Zo werd hij een symbool van de deugden die christenen wilden beoefenen, zoals standvastigheid en moed in de strijd tegen het kwaad.
Dat uitgerekend Heracles wordt afgebeeld op de troon van Petrus zegt wellicht iets over de toen heersende visie op de apostel die door Jezus de rots werd genoemd op wie Hij zijn kerk zou bouwen. Als martelaar is Petrus net als Heracles een toonbeeld van heldenmoed en morele kracht.
Op 2 oktober kreeg Franciscus de gelegenheid om de antieke troon van dichtbij te bekijken. De laatste paus die dat eerder deed was paus Paulus VI in 1974. Ook toen was die korststondig uit de zogeheten Cathedra Petri gehaald. Dit beroemde kunstwerk werd ontworpen door Gian Lorenzo Bernini.
Volgens een oude overlevering zat Petrus zelf op de bewuste stoel tijdens zijn preken voor de christenen in Rome. Archeologen hebben echter vastgesteld dat alleen het acaciahouten skelet van de stoel in zijn huidige vorm uit de eerste eeuw van onze jaartelling stamt. Het overige gedeelte bestaat uit eikenhout dat met ijzeren stroken aan het originele skelet is bevestigd en is vermoedelijk een reconstructie uit de Byzantijnse heerschappij in Rome (537-752). De ivoren panelen zouden ook uit die tijd stammen.
Paus Alexander VII gaf Bernini de opdracht om een monument te bouwen waar de stoel zou worden ingekapseld. Bernini voltooide het tussen 1647 en 1653, maar het werd pas in 1666 boven het hoogaltaar van de apsis van de Sint-Pieter geïnstalleerd. De antieke stoel werd geplaatst in een met brons afgezette troon tegen een achtergrond van gouden wolken, samengesteld uit zwart en wit marmer uit Aquitanië en rode jaspis uit Sicilië. Boven de troon staat een engelenpaar dat de tiara en de sleutels vasthoudt die de petrinische autoriteit symboliseren, terwijl vier grote beelden van de kerkvaders Sint-Ambrosius, Sint-Augustinus, Sint-Athanasius en Sint-Johannes Chrysostomus het monument omringen.