Op 15 mei 2022 zal paus Franciscus tien zaligen inschrijven in het register der heiligen van de katholieke kerk. Een daarvan is Titus Brandsma. Wie zijn de anderen? Hieronder een korte levensbeschrijving van de nieuwe universele heiligen.

Op 15 mei zullen er tien zaligen worden gecanoniseerd

Devasahayam Pillai (1712-1752)

  • Indiase lekengelovige en martelaar.
  • Zaligverklaard in 2012 in Kottar.
  • Gebeente rust in Sint-Franciscus Xaveriuskathedraal in Kottar (Indiase deelstaat Tamil Nadu).
  • Feestdag: 14 januari.

Geboren op 23 april 1712 geboren als Neelakanta Pillai in het dorp Nattalam en diende in het paleis van het hindoeïstische koninkrijk Travancore in Zuid-India, dat zich uitstrekte van het huidige district Kanyakumari tot aan Cochin in de deelstaat Kerala. 
VOC-kapitein Eustachius de Lannoy (voorvader van VS-president Franklin Delano Roosevelt), die was overgelopen naar het leger van Travancore, leerde Pillai de beginselen van het christelijk geloof.
Bij zijn doop in 1745 nam Pillai de naam Lazarus aan, dat ‘God is mijn hulp’ betekent (Devasahayam in de Malayalam-taal). Zijn bekering viel echter niet in goede aarde bij de plaatselijke brahmanen. Er werden valse beschuldigingen van verraad en spionage tegen hem ingebracht en hij werd ontslagen uit het koninklijk bestuur. Hij werd gevangen gezet en gefolterd. Op 14 januari 1752 werd hij in het bos van Aralvaimozhy doodgeschoten.

 

César de Bus (1544-1607)

  • Franse priester, stichter van twee religieuze congregaties.
  • Zaligverklaard in 1975 in Rome.
  • Gebeente rust in de Santa Maria in Monticelli, Rome.
  • Feestdag: 15 april.

Geboren in het stadje Cavaillon (Provence). Vocht vanaf zijn 18de in het leger van de Franse koning tegen de Hugenoten (Franse calvinisten). Werd na de oorlog dichter en schilder; nam echter kort daarna dienst in de Franse marine. Kon zijn militaire taken niet uitvoeren wegens ziekte. Leidde na genezing in Parijs een liederlijk leven. Toen zijn broer, een kanunnik in Avignon, overleed wilde hij diens kerkelijke uitkering opstrijken om zijn mondaine leven te bekostigen. Kwam echter tot bekering, ging studeren en werd in 1582 priester gewijd. Besteedde veel tijd aan armenzorg, ziekenverpleging en catechese. Kwam op het idee een priesterbroederschap op te richten die zich geheel zou toeleggen op de verkondiging en uitleg van de christelijke leer.
Stichtte met zes gezellen in 1592 de Congregatio Patrum Doctrinae Christianae (Paters Doctrinariërs). Stichtte ook een vrouwelijke onderwijscongregatie, maar die stierf al in de 17de eeuw uit.

 

Luigi Maria Palazzolo (1827-1886)

  • Italiaanse priester, stichter van de Zusters der Armen van het Palazzolo Instituut.
  • Zaligverklaard in 1963 in Rome.
  • Gebeente rust in het moederhuis van de Zusters der Armen in Bergamo.
  • Feestdag: 15 juni.

Geboren op 10 december 1827 in Bergamo, in het Koninkrijk Lombardije-Venetië (kroonland van Oostenrijkse keizerrijk). Na zijn priesterwijding in 1850 was hij vooral bezig met jongerenpastoraat. In 1864 liep Palazzolo door een achterbuurt in Bergamo en trof daar een halfnaakt weeskind aan. Hij wikkelde zijn mantel om het kind heen en nam het mee om het te wassen en te voeden. Het kind bleef bij hem. In 1869 trof hij een kreupel en verlamd meisje aan; ook haar nam hij in huis om haar vervolgens te brengen naar het religieuze vrouweninstituut dat hij dat jaar samen met zijn vriendin Maria Teresa Gabrieli had opgericht. In 1872 stichtte hij de Broeders van de Heilige Familie. De activiteiten van deze congregatie bestonden uit het helpen en opvoeden van behoeftige weeskinderen en uit jongerenpastoraat. Deze instelling werd in 1928 opgeheven en samengevoegd met de Congregatie van de Heilige Familie van Bergamo.

 

Giustino Russolillo (1891-1955)

  • Italiaanse priester, stichter van de Sociëteit van de Goddelijke Roepingen (Paters Vocationisten) en de Congregatie van de Zusters van de Goddelijke Roepingen.
  • Zaligverklaard in 2011 in Pianura.
  • Gebeente rust in de crypte van het moederhuis van de Vocationisten in Napels.
  • Feestdag: 2 augustus.

Geboren op 18 januari 1891 in Pianura bij Napels (Koninkrijk Italië). Priester gewijd op 20 september 1913. Vanaf 1920 pastoor in parochie San Giorgio Martire in Pianura. Stichtte in dat jaar de Vocationisten en in 1921 de Vocationistinnen.
Don Russolillo stierf op 2 augustus 1955 aan de gevolgen van leukemie.

 

Charles de Foucauld O.C.S.O. (1858-1916)

  • Franse priester en trappist, martelaar.
  • Zaligverklaard in 2005 in Rome.
  • Gebeente rust in de Sint-Jozefkerk in El Menia, Algerije.
  • Feestdag: 1 december.

Geboren op 15 september 1858 in Straatsburg als lid van een adellijke familie. Ging na de middelbare school naar de militaire academie Saint Cyr in Guer, Bretagne. Deed zijn vervolgopleiding als cavalerist in Saumur. Na zijn afstuderen leidde hij als jonge officier een liederlijk leven; had een maîtresse. Werd gedetacheerd bij het 4e Regiment Chasseurs d'Afrique in Algerije. Verveeld met de garnizoensdienst maakte hij reizen in Marokko (1883-84), de Sahara (1885), en Palestina (1888-89). Terug in Parijs begin hij een studie te maken van geografie en culturen van Noord-Afrika. Hij nam ontslag uit het leger en werd ontdekkingsreiziger in Marokko. Terug in Frankrijk vond hij God en bekeerde zich. In 1888 pelgrimeerde hij naar het Heilig Land. In 1890 trad hij in bij de trappisten van de Abbaye Notre-Dame-des-Neiges in de Ardèche. Zijn kloosternaam werd Marie-Albéric. Op 7 oktober 1900 ontving hij de priesterwijding. Werd naar dochterklooster in Syrië gezonden. Kon daar zijn draai niet vinden. Verlangde naar een kluizenaarsbestaan. Van 1896 tot 1901 wekte hij als knecht van de clarissen in Nazareth (H. Land).
Kwam in 1904 in contact met de Toearegs in Zuid-Algerije. Tamanrasset werd van 1907 tot aan zijn dood zijn verblijfplaats. In 1911 bouwde hij zijn hermitage op het plateau Assekrem (2780 m) in het Ahaggar-gebergte. In 1916 brak een opstand uit binnen de Toearegs. Op 1 december van dat jaar vielen leden van een van de stammen zijn hut in Tamanrasset binnen. Foucauld werd naar buiten geroepen en vastgebonden, terwijl zijn hermitage werd geplunderd. Plots ontstond er verwarring toen men twee gedaanten zag opduiken. In paniek werd een schot gelost, waardoor Foucauld dood neerviel.
Na zijn dood werden er elf religieuze gemeenschappen en acht andere gemeenschappen en seculiere instituten gesticht die zich baseerden op zijn spiritualiteit.

 

Anna Maria Rubatto (1844-1904)

  • Italiaanse non (kloosternaam: Maria Francisca van Jezus); stichteres van de Tertiaire Kapucinessen van Loano.
  • Zaligverklaard in 1993 in Rome.
  • Gebeente rust in een naar haar vernoemde kapel in Montevideo, Uruguay.
  • Feestdag: 6 augustus.

Geboren op 14 februari 1844 in Carmagnola bij Turijn (Koninkrijk Sardinië). Verloor haar vader toen zij vier jaar oud was. Kreeg als tiener huwelijksaanzoek; wees het af omdat ze het klooster in wilde. Na de dood van moeder in 1863 verhuisde ze naar Turijn waar zij bevriend raakte met de edelvrouw Marianna Scoffone. Hielp deze met catechismusles aan kinderen en begeleidde haar bij ziekenbezoek en armenzorg. Scoffone stierf in 1882. Op een morgen na de mis in de kapucijnenkerk van Loano viel een steen van een stijger op een bouwterrein waar een zusterklooster werd gebouwd; een arbeider raakte daarbij gewond. Rubatto hielp hem en verzorgde zijn wond. De zusters vatten dit op als een teken van God dat Rubatto de persoon was die zij nodig hadden. Zij voegde zich in 1885 bij hen. Op bevel van bisschop Filippo Allegro werd zij de overste van de groep. Dit werden de Kapucinessen van Moeder Rubatto. In 1892 werd zij en enkele van haar medezusters als missionarissen naar Zuid-Amerika gestuurd. Ze kwamen terecht in Monetvideo; vandaar uit verrichten ze apostolaat in Uruguay en Argentinië. Op 6 augustus 1904 overleed ze in Montevideo aan de gevolgen van kanker.

 

Maria Domenica Mantovani (1862-1934)

  • Italiaanse religieuze, mede-oprichtster en eerste algemene overste van het Instituut van de Kleine Zusters van de Heilige Familie.
  • Zaligverklaard in 2003.
  • Gebeente rust in moederhuis van haar congregatie in Casteletto.
  • Feestdag: 2 februari.

Geboren op 12 november 1862 in Castelletto di Brenzone (Koninkrijk Lombardije-Venetië). Kon haar school niet afmaken vanwege armoede thuis. Tijdens haar adolescentie moedigde de pastoor van haar parochie, Giuseppe Nascimbeni, haar aan om zieken te bezoeken en catechese te geven in de parochie. Op 8 december 1886 legde zij een particuliere gelofte van kuisheid af en vroeg zij Onze Lieve Vrouw om haar roeping ten volle te beleven. In 1892 stichtte zij samen met pastoor Nascimbeni het Instituut van de Kleine Zusters van de Heilige Familie, waarvan zij de eerste overste werd en waaraan zij veertig jaar lang leiding gaf. Zuster Maria Domenica en vier van haar metgezellen legden hun plechtige professie af op 4 november 1892. In 1934 stierf zij aan de gevolgen van een griep.

 

Titus Brandsma O. Carm. (1881-1942)

  • Nederlandse priester van de Karmelietenorde, martelaar.
  • Zaligverklaard in 1985 in Rome.
  • Gebeente is gecremeerd in Dachau.
  • Feestdag: 27 juli.

Geboren als Anno Sjoerd Brandsma op 23 februari 1881 in het Friese dorpje Oegeklooster. Op 17-jarige leeftijd trad hij in bij de Orde der Karmelieten en ontving hij de kloosternaam Titus. Na zijn priesterwijding in 1905 werd pater Titus door zijn orde naar Rome gestuurd om er filosofie te studeren. Zijn doctoraat behaalde hij in 1909. Teruggekomen in Nederland werd hij benoemd tot docent wijsbegeerte aan het karmelitaans philosoficum in Oss. In 1923 werd hij hoogleraar filosofie en geschiedenis der Nederlandse mystiek aan de pas opgerichte Katholieke Universiteit van Nijmegen. Van 1932 tot 1933 was hij er rector magnificus. Naast zijn academische werk ontwikkelde pater Titus zich als journalist en bestuurder van tal van culturele en intellectuele verenigingen. In de jaren dertig schreef en preekte hij over de gevaren van het nieuwe heidendom, zoals hij het nationaalsocialisme en het fascisme aanduidde. In 1941 werd Titus door aartsbisschop De Jong van Utrecht aangesteld om de belangen van het katholiek middelbaar onderwijs en de katholieke pers te verdedigen. Hij stelde richtlijnen op waarin het katholieke tijdschriften verboden werd advertenties van de NSB te plaatsen. De Gestapo arresteerde hem in Nijmegen op 19 januari 1942. Via Arnhem kwam hij terecht in de Polizeigefängnis te Scheveningen. Titus werd na enige tijd overgeplaatst naar doorgangskamp Amersfoort om uiteindelijk via Kleef te belanden in concentratiekamp Dachau. Daar kwam hij, al sterk verzwakt, op 26 juli 1942 door een dodelijke injectie om het leven.

 

Marie Rivier (1768-1838)

  • Franse religieuze, stichteres van de Congregatie van de Zusters van de Presentatie van Maria.
  • Zaligverklaard in 1982 in Rome.
  • Gebeente rust in de kapel van het moederhuis van haar congregatie in Bourg-Saint-Andéol (Ardèche).
  • Feestdag: 3 februari.

Geboren op 19 december 1768 in Montpezat-sous-Bauzon, Ardèche, Franse Koninkrijk. Opende op 18-jarige leeftijd in haar geboortedorp een school. Tijdens de Franse Revolutie, toen alle kloosters werden gesloten, stichtte zij in Thueyts haar eigen klooster. Samen met haar medezusters zette zij zich onvermoeibaar in voor weeskinderen en armen. Bij haar dood op 3 februari 1838 had zij 141 huizen opgericht met meer dan 350 zusters die haar werk voortzetten.

 

Carolina Santocanale O.F.S. (1852-1923) 

  • Italiaanse religieuze met kloosternaam Maria van Jezus, stichteres van de Congregatie van de Kapucinessen van de Onbevlekte Ontvangenis van Lourdes.
  • Zaligverklaard in 2016 in Monreale, Sicilië.
  • Gebeente rust in de kapel van het moederhuis van haar congregatie in Cinisi, Sicilië.
  • Feestdag: 27 januari.

Geboren op 2 oktober 1852 in Palermo (Koninkrijk der Beide Siciliën) in een adellijke familie van de Baronnen van Cesla Reale. Op 13 juni 1887 deed ze haar professie als lid van de Derde Orde van Sint-Franciscus en ontving ze haar franciscaanse pij en nam ze de naam Maria van Jezus aan. Ging in Palermo op bedeltocht ten behoeve van de armenzorg.
In 1910 stichtte ze met elf medezusters een congregatie van kapucinessen, met een bijzondere devotie tot O.L.V. van Lourdes. De zusters legden zich toe op gebed en contemplatie, maar ook op onderwijs, jongerenpastoraat, armenzorg en ziekenverpleging. Moeder Maria van Jezus overleed op 27 januari 1923 in Cinisi.