Paus Franciscus heeft op 30 september 2020 aan de Congregatie voor de Heiligverklaringen de opdracht gegeven vier decreten af te kondigen. Deze betreffen de erkenning van een wonder op voorspraak van de Italiaanse lekengelovige Gaetana Tolomeo, van het martelaarschap van vier priester-arbeiders die werden vermoord tijdens de Spaanse Burgeroorlog, en van de heldhaftige deugdzaamheid van twee Spaanse kloosterzusters.

Het erkende wonder wordt toegeschreven aan de voorspraak van Gaetana Tolomeo (1936-1997), bijgenaamd Nuccia, uit Catanzaro (Calabrië). Vanaf haar vroegste jeugd had ze verlammingsverschijnselen. Een groot deel van haar leven bracht ze op haar ziekbed (zie foto) door. Haar lijden droeg ze op aan Jezus Christus. Haar gebedsleven was een inspiratiebron voor velen. Vanaf 1994 was ze te horen op Radio Maria, waar ze het Evangelie verkondigde aan gevangenen, prostituees, drugsverslaafden en stukgelopen gezinnen. Nuccia zal spoedig worden zaligverklaard.

Het decreet over het martelaarschap betreft de Francisco Cástor Sojo López en zijn drie metgezellen van de Seculiere Vereniging van Diocesane Priester-Arbeiders. Zij werden tussen 1936 en 1938 in Spanje gedood uit haat tegen het geloof. Ook van hen is het zeker dat ze worden zaligverklaard, omdat bij martelaren geen wonder is vereist.

Voor de zaligverklaring van gelovigen die niet de marteldood stierven, is het noodzakelijk dat is vast komen te staan dat zij de christelijke deugden op heldhaftige wijze beoefenden. Bij twee religieuzen is de pauselijke erkenning daarvan nu een feit. Het betreft: Francisca Pascual Doménech (1833-1903), stichteres van de Congregatie van de Zusters Franciscanessen van de Onbevlekte, en María Dolores Segarra Gestoso (1921-1959), stichteres van de Missiezusters van Christus de Priester.