Utrecht, 19 september 2022 - Kardinaal Johannes de Jong, van 1936 tot zijn dood in 1955 de rooms-katholieke aartsbisschop van Utrecht, is vanmiddag de Yad Vashem-onderscheiding toegekend. Hij kreeg de Israëlische eretitel postuum omdat hij tijdens de Duitse bezetting (1940-1945) Joden hielp te ontkomen aan de Holocaust en omdat hij zich publiekelijk verzette tegen de Jodenvervolging.
De ambassadeur van Israël, Modi Ephraim, overhandigde de oorkonde en medaille die bij de onderscheiding horen in de Paushuize in hartje Utrecht aan de nabestaanden van de in 1955 overleden De Jong.
Als aartsbisschop van Utrecht keerde de op Ameland geboren De Jong zich openlijk tegen de Duitsers, die hij geregeld ‘de vijand’ noemde. Hij verbood rooms-katholieke dagbladen om advertenties van de NSB te plaatsen. Na de oorlog, in 1946, werd hij door paus Pius XII voor zijn heldhaftige houding beloond met het kardinalaat.
“Hij was leider van het verzet”, zegt de Utrechtse hulpbisschop Herman Woorts tegenover RTV Utrecht. Wat het verzet van De Jong extra bijzonder maakte is dat hij zich openlijk uitsprak tegen de bezetter. “Het meest in het oog springende feit is dat hij, samen met andere Nederlandse bisschoppen, een aantal keren publiekelijk protest heeft aangetekend tegen de maatregelen van de nazi's, waaronder de Jodendeportatie.”
Dat gebeurde door middel van brieven die tijdens de bezetting in alle katholieke parochiekerken van Nederland werden voorgelezen. “De nazi's zijn hier die ochtend geweest, zodat het afgeblazen zou worden, maar hij heeft de andere vijf bisschoppen gebeld met de boodschap: het gaat door!”
De Yad Vashem-onderscheiding Rechtvaardige onder de Volkeren is bedoeld voor niet-Joden die zich in de Tweede Wereldoorlog tegen de Jodenvervolging hebben verzet en daarbij grote risico's voor zichzelf hebben genomen.
In Nederland hebben bijna zesduizend mensen de onderscheiding gekregen, onder wie bekende mensen als Godfried Bomans, Alida 'Majoor' Bosshardt, Miep Gies, Frits Philips, Hannie Schaft, Gerrit van der Veen en Bep Voskuijl.
De Jong liep ook persoonlijk gevaar door zijn verzet. In een kluis van het bisschoppelijk paleis aan de Maliebaan in Utrecht bewaarde hij de geheime administratie van de onderduiknamen van Joodse kinderen. Op diezelfde Maliebaan zat ook het hoofdkwartier van NSB-leider Anton Mussert en vijftien nazi-instituten, waaronder een verhoorcentrum van de Sichterheitspolizei.
Encyclopedie: Kardinaal De Jong
Het aartsbisdom Utrecht droeg De Jong enkele jaren geleden al voor. Kardinaal Eijk reisde in januari 2017 naar Jeruzalem om de aanvraag toe te lichten. Maar ruim een jaar later trok het aartsbisdom de aanvraag weer in omdat er twijfels waren gerezen over de rol van De Jong kort na de oorlog.
Er waren aanwijzingen dat een naaste medewerker van De Jong zich had ingespannen om te voorkomen dat een beruchte katholieke oorlogsmisdadiger de doodstraf zou krijgen. De naaste medewerker was mgr. Felix van de Loo (1886-1959), en de oorlogsmisdadiger diens neef, SS'er Willem van de Loo (1909-1981).
De vraag was niet alleen of dat inderdaad was gebeurd, maar ook of De Jong daarvan op de hoogte was en of de kerk zich vaker met de rechtsgang tegen katholieke oorlogsmisdadigers bemoeide. Maar dat blijkt allemaal niet het geval te zijn geweest.