Casamari martelaren

Vaticaanstad, 18 april 2021 - Paus Franciscus heeft vandaag in zijn Regina Cæli-toespraak samen met honderden gelovigen op het Sint-Pietersplein geapplaudisseerd voor zes martelaren die gisteren in een klooster in de Italiaanse provincie Frosinone werden zaligverklaard. 

“Gisteren zijn in de Abdij van Casamari Simeon Cardon en vijf medemartelaren, cisterciënzer monniken van die abdij, zaligverklaard. In 1799, toen Franse soldaten op de terugtocht uit Napels kerken en kloosters aan het plunderen waren, verzetten deze zachtmoedige discipelen van Christus zich met heldhaftige moed, zelfs tot de dood, om de Eucharistie te verdedigen tegen ontheiliging”, zei de paus vanmiddag.

De trappisten Simeon, Dominicus, Albertinus, Modestus, Zosimus en Maturinus werden op 13 mei 1799 door Franse revolutionaire troepen vermoord. Gisteren werden ze tot de eer der altaren verheven tijdens een plechtigheid onder leiding van kardinaal Marcello Semeraro, prefect van de Congregatie van de Zaken der Heiligen.

“Moge hun voorbeeld ons aansporen tot een grotere trouw aan God, die ook in staat is de samenleving te veranderen en rechtvaardiger en broederlijker te maken. Laten we applaudisseren voor de nieuwe Zaligen!”, zei paus Franciscus.

De Abdij van Casamari ligt in de gemeente Veroli (provincie Frosinone, regio Lazio). Het klooster gaat terug op een vestiging op het huis van de Romeinse consul Gaius Marius, vandaar Casa Marii. Vanaf 1009 woonde er een communiteit van seculiere priesters en vanaf 1035 bevond er zich een benedictijnenklooster. In 1152 was het complex op last van paus Eugenius toegewezen aan de Abdij van Clairvaux, een van de hoofdkloosters van de Orde van Cîteaux. 

In 1717 werd Casamari overgedragen aan de Orde der Cisterciënzers van de Strikte Observantie (Trappisten). Na de plundering van het klooster in 1799 verkeerde de abdij in grote moeilijkheden, totdat het Franse bewind haar ophief. Na de val van keizer Napoleon I kwam Casamari in 1815 weer onder gezag van de paus te staan, waardoor  de trappisten er konden terugkeren. In 1861 werd de abdij gebombardeerd door troepen van het Koninkrijk Italië.

In 1892 namen de trappisten voorgoed afscheid van Casamari. In 1929 nam de Orde van Cîteaux het klooster weer in bezit, om er een nieuwe congregatie te stichten. De cisterciënzer Congregatie van Casamari werd door paus Pius XI officieel erkend.